Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

CITROEN C-zero 2017 Instructieboekje pagina 80

Inhoudsopgave

Advertenties

Praktische informatie
Als veiligheidsmaatregel kan de auto niet
worden gestart wanneer de laadkabel nog
is aangesloten op de laadaansluiting van
de auto.
Bovendien onderbreekt een poging tot
starten tijdens het laden de procedure.
De laadkabel moet worden ontkoppeld en
aangesloten om verder te gaan met laden.
Als de 12V-accu ontladen is, kan de
tractiebatterij niet meer worden geladen.
Voer tijdens het laden nooit
werkzaamheden uit onder de motorkap
van de auto (ook niet met afgezet contact),
omdat dan de ventilator op elke moment kan
worden ingeschakeld (kans op fysiek letsel).
Wacht minimaal een uur na het
voltooien van de laadprocedure alvorens
werkzaamheden uit te voeren, omdat
bepaalde gebeiden extreem heet kunnen
zijn (kans op brandwonden).
Controleer na het laden of het deksel
en de klep van de laadaansluiting zijn
gesloten.
Let er goed op dat er geen stof of water
in de laadaansluiting, onder het deksel
van de laadaansluiting of in de speciale
laadstekker terechtkomt (kans op brand of
elektrocutie).
78
Laat na het verwijderen van de
laadstekker uit de laadaansluiting van de
auto de kabel niet in het stopcontact zitten
(kans op kortsluiting of elektrocutie als de
kabel nat wordt of in water terechtkomt).
Door een aanrijding, als de onderzijde van
de auto een obstakel raakt (bijvoorbeeld:
een hoge stoeprand, een paaltje of ander
straatmeubilair) kan het elektrische
circuit of de tractiebatterij beschadigd
raken. Laat uw auto controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raak de 300 V-componenten of oranje
kabels nooit aan.
In geval van een ernstige beschadiging
van de tractiebatterij: raak nooit
vloeistoffen aan die uit deze componenten
lekken.
Als dit toch gebeurt, spoel de huid dan
grondig af met water en raadpleeg zo snel
mogelijk een arts.
Laad de tractiebatterij eens in de twee
weken helemaal op; hiermee zorgt u
voor een optimale levensduur van de
tractiebatterij.
Om de tractiebatterij helemaal op te laden
moet u de procedure voor normaal laden
(lichtnet thuis) volgen zonder het laden te
onderbreken, tot het systeem automatisch
wordt uitgeschakeld. Dit wordt bevestigd
door het doven van het lampje "laden" op
het instrumentenpaneel.
Zorg er bovendien iedere 3 maande
voor dat de tractiebatterij volledig
wordt geladen; begin hierbij met een
laadniveau 2 streepjes of minder.
Gedurende langere tijd niet gebruiken
van de auto
Laad de tractiebatterij eens in de
drie maanden helemaal op (normale
laadprocedure) als u de auto langere tijd
niet gebruikt.
Controleer als u dat doet eerst of de
12V-accu aangesloten is en of deze niet
ontladen is.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de 12V-accu.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave