• Situaties waardoor de camera niet kan
detecteren of laat alarmeert omvatten
onder andere:
•
Camera die losraakt, niet vast is
gemonteerd of geblokkeerd;
•
Regen, sneeuw, smog en andere
extreme weersomstandigheden;
•
Geheel of gedeeltelijke geblokkeerde
cameralens.
• Situaties waardoor de radar niet kan
detecteren of laat alarmeert omvatten
onder andere:
•
Radar die losraakt, niet vast is
gemonteerd of geblokkeerd;
•
Regen, sneeuw, smog en andere
extreme weersomstandigheden;
•
Bepaalde metalen vangrails of
vergelijkbare wegomstandigheden.
WAARSCHUWING
•
De ESA dient slechts als een
rijhulpfunctie, dus de bestuurder is
volledig verantwoordelijk voor de
rijveiligheid.
•
De ESA kan het laten afweten
door de invloed van weers- of
wegomstandigheden of andere
factoren.
•
Gebruik de ESA op basis van uw
behoeften en de verkeers- en
wegomstandigheden.
134
Dodehoekassistentsys-
teem**
Het dodehoekassistentsysteem omvat
de volgende functies: dodehoekdetectie
(blind spot detection - BSD), waarschuwing
portier open (door open warning - DOW),
waarschuwing botsing achter (rear
collision warning - RCW) en waarschuwing
kruisend verkeer achter (rear cross traffic
alert - RCTA). Dit detecteert de omgeving
achter het voertuig door radars die zijn
gemonteerd aan beide kanten van de
achterbumper om de bestuurder te
herinneren aan veilig rijden.
BSD*
• Als de radar bij rijsnelheden van 15 km/h
een voertuig detecteert in de dode
hoeken op een naastgelegen rijstrook
of een voertuig dat snel nadert op
de naastgelegen rijstrook, dan licht
overeenkomstige indicator op de
buitenspiegel op. Als op dat moment
de richtingaanwijzer aan dezelfde
kant wordt aangezet, den knippert de
alarmindicator op de buitenspiegel om
de bestuurder attent te maken op riskant
wisselen van de rijstrook.
RCTA*
• Het RCTA-systeem detecteert bij
achteruitrijden van het voertuig met
radar de voertuigen die rijden in de dode
hoek aan de achterkant. Als het systeem
vaststelt dat andere achteropkomende
voertuigen op het voertuig kunnen
botsen, dan knipperen de indicators op
de buitenspiegels, de sfeerverlichting op
het instrumentenpaneel en de voorste
interieursfeerverlichting, zodat de
bestuurder het risico op een botsing van
verkleinen.