Inhoudsopgave
Advertenties
•
Het wordt aanbevolen om het
voertuig te parkeren in een goed
geventileerde omgeving tijdens het
opladen.
• Het voertuigsysteem stopt het
opladen automatisch zodra de accu
volledig is opgeladen. Aangezien
de laadpoort is uitgerust met een
elektronische vergrendeling, moet u de
laadpoort ontgrendelen voordat u het
laadapparaat ontkoppelt.
• Wanneer opladen met gelijkstroom is
gestopt, moet u het oplaadapparaat
uitschakelen voordat u de laadstekker
ontkoppelt. Wanneer opladen met
wisselstroom via een stopcontact voor
huishoudelijk gebruik is gestopt, trekt
u eerst de laadstekker uit het voertuig en
vervolgens de voedingsstekker uit het
stopcontact.
• Wanneer het laden is voltooid en
de laadstekker is ontkoppeld, moet
u controleren dat de beschermkap
van de laadpoort en het poortklepje
zijn gesloten, zodat er geen water of
verontreinigingen in de poort kunnen
komen en de normale werking kunnen
aantasten.
• Voordat u het voertuig start, moet
u controleren dat het laadapparaat
is ontkoppeld, omdat het
vergrendelmechanisme van het
laadapparaat schade kan aanbrengen
aan het laadapparaat en het voertuig als
de laadstekker niet op zijn plaats zit en
er met het voertuig wordt gereden in een
versnelling.
• Als de temperatuur van de accu te laag
of te hoog is, kan dit betekenen dat er
minder goed worden opgeladen.
• Het temperatuurregelingssysteem kan
de oplaadcapaciteit van de accu bij lage
temperaturen verbeteren. Vanwege
beperkingen in de uitgangscapaciteit
van laadpalen duurt het opladen langer,
duurt het opwarmen langer en is het
energieverbruik van het opwarmen
hoger. Dit zijn normale verschijnselen.
84
• Voor sneller laden bij lagere
temperaturen wordt aanbevolen
dat u het voertuig oplaadt als de
accustatusbalk een lage lading
aangeeft, want als het voertuig een
hoge laadstatus heeft bij een lage
temperatuur, is de oplaadstroomsterkte
laag vanwege de lage temperatuur van
de accu.
• Om de prestaties te verbeteren
wordt aanbevolen dat u het voertuig
direct na gebruik oplaadt, omdat de
accutemperatuur dan relatief hoog is en
het opladen sneller verloopt.
• Als de airconditioning wordt
ingeschakeld tijdens opladen bij lage
temperaturen kan dit de prestaties
van het temperatuurregelingssysteem
van de accu en het opladen nadelig
beïnvloeden.
• Wanneer het temperatuurregelings-
systeem van de accu actief is tijdens
het opladen, is het normaal dat de
laadstatus die wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel korte tijd
fluctueert.
• Om de levensduur van de accu te
verhogen, wordt de spanningsomvormer
geactiveerd voordat het opladen is
voltooid. Daardoor kan de laadtijd
toenemen.
• Bij laden bij een snellaadpaal met
gelijkstroom bij hoge temperaturen,
kunnen de prestaties van het
temperatuurregelingssysteem van
de accu worden beïnvloed door de
airconditioning in het voertuig en kan
het opladen minder goed verlopen, wat
kan leiden tot een langere laadduur. Om
het opladen efficiënt te laten verlopen,
wordt aanbevolen de airconditioning
niet in te schakelen tijdens het opladen.
• Wanneer de opwarm- of afkoelfunctie
wordt ingeschakeld tijdens het opladen,
is het normaal dat zowel de oplaadtijd
als het energieverbruik een beetje
toenemen.
Advertenties
Inhoudsopgave
