6 Product gebruiken
Toetsenfuncties
>
[▲]
Mogelijke weergavecombinaties:
Verdampingsdruk
Koelmiddel-verdampings-
temperatuur to/Ev
of (alleen wanneer de temperatuurvoeler is aangesloten)
Verdampingsdruk
Gemeten temperatuur t
of (alleen wanneer de temperatuurvoeler is aangesloten)
Verdampingsdruk
Oververhitting Δt
Bij twee aangesloten NTC-voelers wordt bovendien Δt
weergegeven.
>
[Mean/Min/Max]
meetwaarden, gemiddelde waarden weergeven (vanaf
inschakelen).
Dichtheidscontrole/Drukvervalcontrole
1. Druk op [Mode].
-
De weergave Dichtheidscontrole wordt geopend.
weergegeven.
2. Dichtheidscontrole starten: druk op
3. Dichtheidscontrole beëindigen: druk op
-
Het resultaat wordt weergegeven.
4. Melding bevestigen: druk op [Mode].
18
of [▼]: Weergave meetwaarde wisselen.
oh
/SH
oh
: Meetwaarden vasthouden, min./max.
Met de voor temperatuur gecompenseerde
dichtheidscontrole kunnen installaties op hun dichtheid
worden gecontroleerd. Hiertoe worden de installatiedruk en
de omgevingstemperatuur gedurende een gedefinieerde
tijd gemeten. Hiervoor kan een temperatuurvoeler zijn
aangesloten die de omgevingstemperatuur meet
(aanbeveling: NTC-luchtvoeler artnr. 0613 1712). Het
resultaat zijn gegevens over het voor de temperatuur
gecompenseerde - drukverschil en de temperatuur bij het
begin/einde van de test. Wanneer geen temperatuurvoeler
is aangesloten, kan de dichtheidscontrole zonder
temperatuurcompensatie worden uitgevoerd.
Condensatiedruk
Koelmiddel-condensatie-
temperatuur tc/Co
Condensatiedruk
/T1
Gemeten temperatuur t
Condensatiedruk
Onderkoeling Δt
[R, ►,
[R, ►,
/T2
cu
/SC
cu
ΔP
wordt
■].
■].