T
. Wees voorzichtig als u tussen
RANSPORTSTAND
objecten rijdt zodat u de machine of de maaidekken
niet per ongeluk beschadigt. Wees extra voorzichtig
wanneer u de machine op hellingen gebruikt;
raadpleeg
De machine veilig gebruiken op hellingen
(bladz.
28).
Na gebruik
Veiligheid na het werk
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden,
de geluiddempers en het motorcompartiment
om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en
brandstof op.
•
Als de maai-eenheden in de transportstand
staan, breng dan een positieve mechanische
vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u
de machine onbeheerd achterlaat.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Verwijder het sleuteltje en sluit de
brandstofafsluitklep (indien aanwezig) voordat u
de machine stalt of transporteert.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen van de
machine in goede staat verkeren en alle
bevestigingselementen stevig vastzitten, in het
bijzonder de bevestigingen van maaimessen.
•
Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien
nodig
•
Vervang versleten of beschadigde stickers.
De bevestigingspunten
zoeken
•
Voorkant van de machine : de opening in het
rechthoekige blok, onder de asbuis, aan de
binnenzijde van beide voorwielen
1. Voorste bevestigingspunt
•
1. Achterste bevestigingspunt
(Figuur
54).
De machine transporteren
•
•
43
Figuur 54
Achterkant van de machine – Beide
zijden van het achterframe van de machine
(Figuur
55).
Figuur 55
Verwijder het sleuteltje en sluit de
brandstofafsluitklep (indien aanwezig) voordat u
de machine stalt of transporteert.
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
g031851
g004555