6.
Tap alle brandstof goed af uit de
brandstoftank, de brandstofleidingen en
het brandstoffilter/waterafscheider.
7.
Spoel de brandstoftank om met verse, schone
dieselbrandstof.
8.
Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem
goed vast.
9.
Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig wordt
gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt.
10.
Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met
weerbestendige tape.
11.
Controleer de antivriesbescherming en vul
zoveel bij als nodig is met het oog op de
plaatselijk te verwachten minimumtemperatuur.
De maai-eenheden stallen
Als een maai-eenheid langere tijd wordt verwijderd
van de tractie-eenheid, plaats dan een plug in de
bovenzijde van de as om te voorkomen dat er vuil of
water in de as terecht kan komen.
69