Procedures
voorafgaande aan
onderhoud
Veiligheid bij onderhoud
•
Doe het volgende voordat u de machine gaat
afstellen, schoonmaken of repareren:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Zet de gashendel op stationair – laag.
– Schakel de maai-eenheden uit.
– Breng de maai-eenheden omlaag.
– Zorg dat de tractie in neutraal staat.
– Stel de parkeerrem in werking.
– Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
– Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
– Laat de onderdelen van de machine afkoelen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Als de maai-eenheden in de transportstand
staan, breng dan een positieve mechanische
vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u
de machine onbeheerd achterlaat.
•
Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaam-
heden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van
bewegende onderdelen.
•
Plaats de machine of onderdelen ervan op
assteunen indien dit nodig is.
•
Haal voorzichtig de druk van onderdelen met
opgeslagen energie.
De machine opkrikken
Gebruik de volgende locaties om de machine op te
krikken:
•
Voorkant van de machine – het rechthoekige
blok, onder de asbuis, aan de binnenzijde van
beide voorwielen
1. Krikpunt aan de voorzijde
•
Achterkant van de machine – rechthoekige
asbuis op de achteras.
47
(Figuur
57).
Figuur 57
g031850