VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————
c
Trek de draad onder de schijf aan de voorkant
in de linker benedenhoek rond naar rechts en
snijd de draad af met de draadafsnijder.
Volg pijl 6 op de draadcassette.
1
2
1 Schijf
2 Draadafsnijder
De klos draad is nu in de draadcassette
geplaatst.
Opmerking
G Snijd de draad af zoals hierboven
beschreven; anders kunt u de naald niet
inrijgen met de naaldinrijger.
20
De naald inrijgen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de
draadcassette installeert en hoe u de naald inrijgt.
Met de naaldinrijger rijgt u de naald in op het
moment dat u de draadcassette inbrengt.
Memo
G U kunt de naaldinrijger gebruiken met
naaimachinenaalden 75/11 t/m 100/16.
G Voor draden met een dikte van 130/20 of
minder kunt u de naaldinrijger niet
gebruiken.
G U kunt de naaldinrijger niet gebruiken met
de platte naald of de tweelingnaald.
G Als u de naaldinrijger niet kunt gebruiken,
raadpleegt u "De draad handmatig inrijgen"
(pagina 23).
1
Controleer of de draadcassette-indicator
groen oplicht.
1
1 Draadcassette-indicator
Als de draadcassette-indicator rood oplicht,
staat de naald niet in de juiste stand (omhoog).
Druk eenmaal op
naald omhoog te zetten.
1
1 Naaldstandtoets
(naaldstandtoets) om de