• Als de naald niet goed omhoog staat, kunt u
de naald niet inrijgen met de naaldinrijger.
Controleer of de draadcassette-indicator
groen oplicht, alvorens de draadcassette in
te brengen.
2
Plaats de draadcassette in het draadcassettevak.
Druk de draadcassette langzaam omlaag,
totdat deze vastklikt.
1
1 Druk hier
1 Draadhaak aan naaldstang
Wanneer u de draadcassette inbrengt, wordt
de naald direct ingeregen.
De draadcassette-indicator gaat uit.
• Als het niet gelukt is de naald in te rijgen of
de draad door de draadhaak aan naaldstang
te leiden, kijk dan in "De klos in de
draadcassette plaatsen" (pagina 17) en voer
de procedure opnieuw uit vanaf stap
VOORZICHTIG
G
De naaldinrijger beweegt, wanneer de
naald wordt ingeregen. Houd uw handen
uit de buurt van de naald en schuif losse
voorwerpen aan de kant; anders kunt u
letsel oplopen.
3
Haal de persvoethendel omhoog en trek de lus
van de draad die door het oog van de naald is
geleid voorzichtig uit tot het eind van de draad.
Trek de lus van de draad voorzichtig naar de
achterkant van de machine.
4
Leid de draad door de persvoet en trek
ongeveer 10-15 cm (3/8-5/8 inch) draad naar
de achterkant van de machine.
1
1 10-15 cm (3/8-5/8 inch)
Het inrijgen van de onderdraad is hiermee
voltooid.
De bovendraad inrijgen
1
2
.
21
1