57
Waarde voor 0mA of 4mA
Opties: gemeten parameter, CtrlSetP1 of CtrlSetP2
• Met 0mA (of 4mA)-waarde geselecteerd, druk
De waarde knippert om aan te geven dat deze kan worden gewijzigd. Druk op de pijltjestoetsen om de
waarde te verhogen of te verlagen. Druk op BEVESTIG, om op te slaan.
Waarde voor 20mA
Opties: gemeten parameter, CtrlSetP1 of CtrlSetP2
• Als de waarde op 20mA is geselecteerd, drukt u op INSTELLEN. De waarde knippert om aan te geven
dat deze kan worden gewijzigd.
• Druk op de pijltjestoetsen om de waarde te verhogen of te verlagen. Druk op
Hold-waarde
Opties: Laatste bevroren waarde, Vaste waarde
• Als Waarde in Hold is geselecteerd, selecteert u tussen Ingestelde waarde of Vastgezette waarde. Laatst
bevroren waarde, de uitgang wordt op het huidige niveau gehouden, voorafgaand aan Hold. Vaste
waarde: uitvoer die tijdens het vasthouden naar een geconfigureerde waarde wordt aangestuurd.
Waarde wordt ingesteld in de volgende parameter, Vaste waarde.
Ô
INSTEL.
Uitgangen
BEVESTIG
om te besparen.