1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1.5
VEILIGHEID TIJDENS HET GEBRUIK
A. MOTOR STARTEN
Als het waarschuwingsbordje "Niet gebruiken" of een
soortgelijke waarschuwing aanwezig is op de
bedieningshefboom of in de buurt van de cabine, mag
de motor niet worden gestart en de
bedieningshefboom niet worden gebruikt.
B. PASSAGIERS
Deze machine is niet bedoeld voor het transporteren van personen. Laat niet toe dat personen meerijden op de
machine. Zware letsels of de dood kunnen het resultaat zijn als passagiers op of in de machine worden toegelaten.
C. VEILIGHEIDCONTROLE VAN DE OMGEVING VOOR GEBRUIK
•
Controleer of er niemand aanwezig is in de zone rond de machine.
•
Fixeer de deur en het venster in open of gesloten positie.
•
Stel de spiegel zo in dat de bestuurder een goed zicht achteruit heeft.
Informatie over de instelling vindt u in "SPIEGEL INSTELLEN" in hoofdstuk 3.
•
Controleer of de alarmsystemen zoals claxon en rij-alarm (indien aanwezig) correct werken.
D. VEILIGHEIDSGORDEL DRAGEN
Draag de veiligheidsgordel om te vermijden dat u bij zware schokken uit de cabine valt of onder de machine
verpletterd wordt als deze kantelt. Het niet dragen van de veiligheidsgordel kan zware letsels of de dood tot gevolg
hebben.
Draag altijd de veiligheidsgordel als u op de bestuurdersstoel zit.
•
Controleer de bevestigingsbeugel en de gordel op mogelijk beschadigingen voor de gordel omdoet.
•
Vervang de veiligheidsgordel uiterlijk alle 3 jaar, zelfs als u geen schade kunt vaststellen.
E. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET STARTEN VAN DE MOTOR
•
Activeer de veiligheidsblokkeerhendel.
•
Gebruik voor het starten van de motor de claxon om de mensten te waardschuwen dat de machine wordt
gestart.
•
Start de motor vanuit de bestuurdersstoel.
•
Sluit het startcircuit of de batterij niet kort om de motor te starten. Zware letsels of schade aan het elektrische
systeem kunnen het gevolg zijn.
F.
CONTROLE NA HET STARTEN VAN DE MOTOR
Controleer de goede werking van de machine na het starten van de motor. Controleer langzaam de hulpstukken,
en de draai- en rijfuncties op een plaats met voldoende ruimte, zonder obstakels of personen. Anders kunnen
zware letsels, dood of materiële schade aan de machine het gevolg zijn. Als er problemen met of schade aan de
machine wordt vastgesteld, moet deze onmiddellijk worden gerepareerd.
G. MOTOR EN HYDRAULISCHE OLIE VOOR GEBRUIK OPWARMEN
Neem uw tijd om de motor en de hydraulische olie op te warmen, in het bijzonder bij lage buitentemperaturen. Bij
koud weer reageert de machine traag op besturingscommando's. Dit kan zware letsels, dood of materiële schade
aan de machine tot gevolg hebben.
Copyright©2018 Kobelco Construction Machinery Co.,Ltd. All rights reserved. [S2LF00021NL12] [1005CsCsspWbYs]
1-22
WAARSCHUWING
niet gebruiken
20T01320P1NL