-
Servo-aansluitingen bij het gebruik van het mixprogramma UNIVERSEEL met geactiveerde mixers.
Functie
Rolroer 1
Hoogteroer
Stoorkleppen
Richtingsroer
Rolroer 2 (Flaperon) (actief)
Vrij
Rolroer 2 (Diff) (actief)
Vrij
Servo-aansl. V-staart
Servo-aansl. Delta
Uitgang 7
Beschrijving van de functies in het mixprogramma UNIVERSEEL
De samenstelling van de mixers in het programma UNIVERSEEL is met name bedoeld voor het besturen van verschillende
soorten vliegtuigmodellen m.b.v. de FC-16. De beschrijving van de verschillende mixfuncties vindt u in dezelfde volgorde als de
zender ze bij het "doorbladeren" aanbiedt.
Rolroer-differentiatie (Differential) DIFF (afb.blz.66)
Om bij de uitslag van het rolroer het optredende negatieve rol moment te compenseren, moet een rolroer-differentiatie
ingeprogrammeerd worden. Dit betekent, dat het rolroer, dat naar boven uitslaat, de volle servo-uitslag' krijgt. Een uitslag van
maximaal 30-40 graden naar boven is voldoende. Het andere rolroer moet een ongeveer half zo grote uitslag naar beneden
krijgen.
De grootte van de rolroer-uitslagen "naar boven" en van de uitslag "naar beneden" kan met de functie DIFF apart worden
ingesteld. Voor elk rolroer moet wel een aparte se rvo gebruikt worden. Aansluiten aan de ontvanger-uitgangen 1 en 7.
De functie DIFF kan niet tegelijktijdig met de functies FLPR of ELEVON gebruikt worden; bij het activeren van FLAPERON of
ELEVON wordt DIFF automatisch uitgeschakeld.
Instelling:
Functie selecteren en activeren. Nu is automatisch 50% differentiatie ingesteld. Voor de instelling en controle van de
differentiatie de CURSOR op "%" zetten, rolroer-stuurknuppel helemaal naar links of rechts brengen. De uitslagen moeten zo
ingesteld zijn, dat het rolroer, dat naar boven wijst, de maximale uitslag heeft.
Het rolroer dat naar beneden wijst, moet ongeveer 50% van de maximale uitslag hebben (kan per model iets varieren). Is deze
uitslag precies tegenovergesteld, dan de CURSOR op "+" zetten, met de MODE-toetsen de "+" veranderen in "-" (ompoling van
de mix richting).
Nu kan met "+" of "-" de mate van differentiatie aangegeven worden.
Flaperon-mixer (welfkleppen-rolroer) Flaperon (rolr .-welfkl.) FLPR (afb.blz.66)
Deze mixer is ervoor bedoeld, om de rolroeren als welfkleppen (flaperon) te kunnen gebruiken. De welfkleppen-functie wordt
normaal gesproken met de schuifregelaar van functie nr. 5 gestuurd. In de functie FLPR wordt daarbij de differentiatie van de
rolroeren ingesteld.
De uitslag van de rolroeren, die nu als flaps dienen en gestuurd worden door de schuifregelaar kanaal 5, kan ingesteld worden met
de functie FL TR (zie b1Z.24 ). ~
Aansluiten van de rolroer- resp. flaperon-servo's aan de ontvanger-uitgangen 1 en 5. Functie nr. 7 is hierdoor vrijgekomen. U heeft
een extra schuifregelaar, best.nr.F1502 nodig, aansluiten op contrastekker C5 van de zenderprint.
Ontvanger-uitgang
1
2
3
4
5
6
7
8
2+4
1 +2
vrij, als DIFF
inactief is
(INH), of
functie flap.
actief
22