geheel terug te nemen, zonder dat het gas van de motor dicht gaat en het toerental van de rotor afneemt. Deze afstelling maakt
het mogelijk, om met een helicopter kunstvluchten uit te voeren. De juiste afstelling is gevonden, wanneer het toerental van de
rotor op ieder moment hetzelfde is.
Om de functie goed te kunnen gebruiken, moeten een externe schakelaar (idle up-schakelaar) en een extern-trimmer aanwezig zijn.
Instelling: (afb.blz.92)
Functie activeren met de CURSOR-toetsen en de DATA-toetsen.
Idle up-schakelaar inschakelen (ON in display). Gewenste waarde met de DATA-toetsen instellen. Voor de eerste instellingen is
een waarde van 50% meestal voldoende. Met de extern-trimmer kan deze waarde nog gewijzigd worden. Extern-schakelaar aan
contrastekker F7 aansluiten, extern-trimmer aan AB.
Autorotatie (throttIe hold) HOlD (afb.blz.92)
Met autorotatie wordt een vliegtoestand bedoeld, waarbij de motor van de helicopter tijdens het vliegen wordt uitgeschakeld en
de helicopter desondanks veilig landen kan. De helicopter valt daarbij naar beneden. Dit leidt tot een luchtstroom door de rotor
van onderen naar boven. Deze luchtstroom drijft de rotor tijdens het vallen aan en houdt hem op toeren, omdat de rotorbladen in
de autorotatie-toestand een negatieve instel hoek hebben. Daardoor kan de helicopter ook in deze situatie bestuurd worden.
Voor het afvangen uit deze situatie heeft de piloot dan natuurlijk maar één keer de mogelijkheid, om precies op het juiste
moment de in de rotor opgeslagen energie te gebruiken en de helicopter met een positieve instelhoek van de rotor te laten
landen.
Met de functie "auto rotatie" wordt dus de motor uitgeschakeld, doordat de gas-se rvo naar een van de
gasknuppelonafhankelijke I stationair-stand wordt gebracht. Met de gas-pitchknuppel wordt nu alleen nog de pitch-functie
gestuurd. Alle mixers die het gas als
"masterfunctie" hebben en de trimming van de gasfunctie, worden uitgeschakeld. De gas-se rvo neemt uitsluitend de positie in
die in de functie HOlD voorgeprogrammeerd is. Waarden, die voorzien zijn van het "-" teken betekenen, dat de gas-se rvo naar
"gas- dicht" gaat; waarden met het "+" teken duiden op een gas-servo die naar "volgas" gaat.
Om deze functie te kunnen gebruiken is een extra schakelaar nodig.
Instelling: (afb.blz.94)
Na het inbouwen en het aansluiten van de autorotatie-schakelaar, de functie HOlD selecteren en activeren. Autorotatie-
schakelaar aanzetten (ON in display). Gewenste positie van de gas-servo instellen met de DATA-toetsen. Door het inschakelen
van de functie HOlD m.b.v. de autorotatieschakelaar, wordt automatisch de functie IDlE (idle up) uitgeschakeld.
Let op: wordt de functie HOlD (autorotatie) ingeschakeld, dan is de gasbediening via de pitch-knuppel niet meer werkzaam. De
gasbediening wordt pas weer mogelijk wanneer de autorotatiefunctie met de schakelaar wordt uitgezet.
De auto rotatie is een moeilijk te beheersen vliegsituatie. Probeer dit eerst onder leiding van een ervaren piloot. Het is
raadzaam, om bij het oefenen van deze vliegtoestand de gaspositie zo in te stellen, dat de motor stationair door blijft lopen; zo is
het mogelijk om eventueel een doorstart te maken (door het uitschakelen van de functie HOlD). De extern-schakelaar aan mix-
switch - contrastekker F6 aansluiten.
Tuimelschijf-typen (swash mode) SWSH (afb.blz.94)
Met deze functie kunt u instellen, welk type tuimelschijf uw model bezit. Alle noodzakelijke mixers worden dan voor dit tuimelschijftype
geactiveerd. Het mixprogramma kan voor 4 verschillende typen geprogrammeerd worden.
SWSH 1:
SWSH 2:
SWSH 3:
SWSH 3E:
Instelling: (afb.blz.94)
Kies de gewenste tuimelschijf SWSH 1,2,3, 3E met de DATA-toetsen.
Instelling van de functie-richtingen bij de typen SWSH 2, 3, 3E.
Omdat het hier gaat om "gemixte functies", kan het voorkomen dat bij bediening van pitch in de richting maximum-pitch, de
Normale tuimelschijf, Schlueter-systeem
Heim-systeem, 2 rol-servo's
2x rol-, 1 x nick-servo
2x nick-, 1x rol-servo
30