Onderhoud motor
Onderhoud van het luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Reinig het
schuimelement (dit moet vaker gebeuren
in stoffige omstandigheden).
Om de 300 bedrijfsuren—Vervang het papierelement
(dit moet vaker gebeuren in stoffige omstandigheden).
Belangrijk: Laat de motor nooit zonder luchtfilter
draaien; anders wordt de motor ernstig beschadigd.
1. Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
3. Verwijder het luchtfilterdeksel en maak dit grondig
schoon
(Figuur
21).
Figuur 21
1. Deksel
2. Schuimelement en
papieren luchtfilter
4. Verwijder het schuimelement en het papieren luchtfilter
van de basis van het luchtfilter
5. Verwijder het schuimelement uit het papieren luchtfilter
en was het met een mild reinigingsmiddel en water.
Dep het daarna droog.
6. Controleer het papieren luchtfilterelement en vervang
het als het erg vuil is.
Belangrijk: Papierelement nooit schoonmaken.
7. Plaats het schuimelement op het papieren
luchtfilterelement.
8. Monteer het schuimelement en het papieren luchtfilter
op de basis van het luchtfilter.
3. Basis van het luchtfilter
(Figuur
21)
9. Plaats het deksel terug.
De motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
Met oliefilter
Zonder oliefilter
1. Laat de motor eerst lopen zodat de motorolie wordt
opgewarmd.
Opmerking: Warme olie is vloeibaarder en voert
vervuilingen beter mee.
WAARSCHUWING
De olie kan heet zijn nadat de motor heeft
gelopen; contact met hete olie kan ernstig
brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met hete motorolie als u deze
aftapt.
2. Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
3. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
4. Sluit de brandstofklep
5. Tap de benzine af uit de brandstoftank.
6. Plaats een geschikte opvangbak onder de
peilstok/olieaftapplug.
7. Maak de omgeving van de peilstok schoon.
8. Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien
en eruit te trekken.
9. Hef de rechterkant van de machine op (met het
luchtfilter naar boven) om de olie in de opvangbak te
laten lopen.
10. Nadat de olie is afgetapt, zet u de maaimachine terug
in de werkstand.
11. Vul het carter met nieuwe olie tot aan de markering
Vol op de peilstok; zie
(bladz.
8).
12. Steek de peilstok in de vulbuis en draai de dop
rechtsom totdat deze goed vast zit.
13. Neem eventueel gemorste olie op.
14. Voer de oude olie af volgens de plaatselijk geldende
voorschriften.
18
Olie-inhoud
0,85 liter
0,65 liter
(Figuur
14).
2 Het carter met olie bijvullen