Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 7: Beschrijving van de werking
7.3.2.3
Behandelingsinstellingen en bewaking met het Ci-Ca-protocol
Citraatoplossing
Dosering
266
Het voornaamste beoogde effect met de 4% citraatoplossing is het
bereiken van antistolling in het extracorporele circuit overeenkomstig de
voorgeschreven citraatdosis. Een deel van het citraat wordt
rechtstreeks met het effluent verwijderd, een ander deel wordt
systemisch toegediend. Onder normale omstandigheden wordt het
toegediende citraat gemetaboliseerd, waardoor als neveneffect
bicarbonaat ontstaat.
De citraatdosis is gedefinieerd als de geïnfundeerde hoeveelheid
citraat-ionen (in mmol) per liter behandeld bloed en heeft daarom
formeel de eenheid van een concentratie. De citraatdosis kan tussen
2 en 6 mmol/l ingesteld worden. Gewoonlijk is een beginwaarde van
4,0 mmol/l bloed geschikt bij Ci-Ca CVVHD en een iets hogere
beginwaarde van 5,0 mmol/l bloed bij Ci-Ca postCVVHDF. Deze iets
hogere beginwaarde, in vergelijking met Ci-Ca CVVHD, compenseert
de effecten van de hemofiltratiecomponent van Ci-Ca postCVVHDF op
de zuur-basebalans en gaat een voortijdige stijging van de concentratie
van geïoniseerd calcium na infusie van de calciumbevattende
substitutievloeistof in de postdilutiefase tegen.
Onder normale omstandigheden zou deze citraatdosis moeten
resulteren in een postfilter geïoniseerd calciumgehalte van 0,25 tot
0,35 mmol/l bloed bij Ci-Ca CVVHD en 0,21 tot 0,29 mmol/l bloed bij
Ci-Ca postCVVHDF. Een daling van het geïoniseerde calcium onder de
0,35 mmol/l in het extracorporele bloedcircuit (postfilter) wordt geacht
slechts een gering gevaar voor stolling in het extracorporele bloedcircuit
te vertegenwoordigen.
De citraatdosering moet binnen 3 tot 5 mmol/l blijven voor CVVHD
en 3 tot 5,5 mmol/l voor postCVVHDF om het risico van hypo- of
hypernatriëmie te verlagen. Indien de uitgangswaarde niet tot het
gewenste geïoniseerde calciumgehalte postfilter leidt, moet de
dosering volgens onderstaande tabel worden aangepast.
Om onderbrekingen van de citraatantistolling te beperken, wordt
de citraatinfusie gedurende een beperkte tijd voortgezet tijdens
balansalarmen en de meeste zakwisselingen.
Waarschuwing
Gevaar voor de patiënt door verstoring van de
elektrolytenhuishouding
Indien de balans te vaak wordt verstoord (bijv. door frequente
balansalarmen), kan dit leiden tot een onbedoelde citraatbelasting
van de patiënt, wat weer kan leiden tot metabole alkalose en
hypernatriëmie.
Opmerking: Telkens wanneer de filtraatflow wordt onderbroken,
wordt ook de calciumsubstitutie onderbroken.
Verstoring van de balans, met name in het geval van
citraatantistolling, moeten tot een minimum worden beperkt.
Fresenius Medical Care multiFiltratePRO IFU-NL 14A-2022
Advertenties
Inhoudsopgave
