Hoofdstuk 7: Beschrijving van de werking
Elektrolytcontrole
Substitutie met Ca
Metabole controle
272
Er zijn Ci-Ca-dialysaat varianten met verschillende concentraties
kalium, fosfaat en magnesium beschikbaar. Veel patiënten kunnen zich
aanvankelijk presenteren met hyperkaliëmie, hypermagnesemie en/of
hyperfosfatemie als gevolg van de acute nierschade of nierziekte. Deze
waarden kunnen tijdens de behandeling veranderen. Aanbevolen wordt
om het Ci-Ca-dialysaatvoorschrift af te stemmen op het ziekteverloop
van de patiënt en de plasmaserumspiegels van met name kalium en
fosfaat. Als alternatief kan de patiënt een afzonderlijk (continu) infuus
met de vereiste elektrolyten krijgen.
Magnesium vormt, net als calcium, dialyseerbare complexen met
citraat. Bovendien valt te verwachten dat citraat een deel van het
eiwitgebonden magnesium omzet in membraan-doorlaatbare
magnesiumcitraatcomplexen. Dit moet in aanmerking worden genomen
met de magnesiumconcentratie van de Ci-Ca-dialysaatvarianten.
CRRT verwijdert fosfaat zeer efficiënt uit het bloed. Daarom bevatten
sommige Ci-Ca-dialysaatvarianten een fosfaatconcentratie binnen het
normale bereik voor serumfosfaat.
Het Ci-Ca-dialysaat biedt niet de flexibiliteit in natriumvoorziening die
patiënten met een ernstige dysnatriëmie nodig kunnen hebben. In
dergelijke gevallen wordt voorgesteld over te schakelen op systemische
anticoagulatie en individueel aangepaste natriumconcentraties van
substitutieoplossing/CRRT-vloeistof.
Voor Ci-Ca postCVVHDF is behalve de ook voor Ci-Ca CVVHD
benodigde oplossingen bovendien een Ca-houdende, met bicarbonaat
gebufferde substitutie vereist.
Houd er rekening mee dat het variëren van de substitutieflow
(35 mmol/l bicarbonaat) theoretisch een beperkte invloed heeft op de
resulterende serumbicarbonaatconcentratie in Ci-Ca postCVVHDF en
derhalve niet mag worden gebruikt voor het opzettelijk wijzigen van de
serumbicarbonaatconcentratie.
Fresenius Medical Care multiFiltratePRO IFU-NL 14A-2022
Verwachte serumbicarbonaatconcentratie
voor Ci-Ca postCVVHD in relatie tot de
bloed- en dialysaatflow. De afbeeldingen
geven een numeriek model weer met een
citraatdosis van respectievelijk 4,0 mmol/l en
5,0 mmol/l, een calciumdosis van 1,7 mmol/l,
een substitutieflow van 17% van de bloedflow
voor Ci-Ca postCVVHDF, en een netto
ultrafiltratie van 100 ml/h – uitsluitend ter
oriëntatie.