Bediening
Waarschuwingsknipperlichten
in- en uitschakelen
– Druk op de toets (1) om de waarschuwings-
knipperlichten in te schakelen.
Alle richtingaanwijzers en indicatielamp-
jes (2) knipperen.
– Druk nogmaals op de toets (1) om de waar-
schuwingsknipperlichten uit te schakelen.
De waarschuwingsknipperlichten gaan uit.
OPMERKING
Om de waarschuwingsknipperlichten in te
schakelen zonder dat het contact is ingescha-
keld, houdt u de knop drie seconden inge-
drukt.
Richtingaanwijzers in- en uit-
schakelen
Uitvoering met minihendels
– Schakel de richtingaanwijzers in door de
kruishendel voor de rijrichting/richtingaan-
wijzers (1) naar links of rechts te bewegen.
57348011805 NL - 01/2022 - 06
Extra apparatuur
1
4
2
5060_003-011_V2
1
5060_003-096
237