Bediening
– Zet de last neer en laat de vorken tot vlak
boven de grond dalen.
– Zet de rijrichtingschakelaar in de neutrale
stand.
– Schakel de parkeerrem in.
– Schakel het contact uit.
– Controleer de trekkracht en remkracht van
het sleepvoertuig.
– Manoeuvreer het sleepvoertuig met de hulp
van een gids naar de heftruck.
– Bevestig de sleepstang aan de aanhange-
rkoppeling van het sleepvoertuig en van de
heftruck.
– Schakel de veerrem uit.
– Ga op de bestuurdersstoel van de te slepen
heftruck zitten en doe de veiligheidsgordel
om.
– Activeer, indien mogelijk, de aanwezige vei-
ligheidssystemen.
– Haal de heftruck van de parkeerrem.
– Kies een lage snelheid voor het slepen.
– Sleep de machine weg.
– Let op de sleeptijd (zie de tabel in de para-
graaf "Veerrem uitschakelen") en schakel
de veerrem indien nodig opnieuw uit.
– Na het wegslepen moet de machine zoda-
nig worden beveiligd dat deze niet kan weg-
rollen (bijv. door de parkeerrem in te scha-
kelen of met behulp van spieën).
– Verwijder de sleepstang.
57348011805 NL - 01/2022 - 06
Procedure in noodsituaties
4
323