Onderhoud
– Open de serviceklep (1) rechts.
– Dek het gebied onder het brandstoffilter (1)
zorgvuldig af met een poetsdoek.
LET OP
Brandgevaar!
De warmte-isolerende manchet (5) van het uitlaat-
gassysteem mag niet vervuild zijn met dieselbrand-
stof. Als er dieselbrandstof in het materiaal van de
warmte-isolerende manchet doordringt, kan dit ertoe
leiden dat de manchet en de omringende componen-
ten in brand vliegen.
– Zorg ervoor dat de warmte-isolerende manchet
niet vervuild wordt door dieselbrandstof.
– Houd een geschikte opvangbak onder de
uitlaatpijp (3).
LET OP
Risico van beschadiging van componenten!
Het brandstoffilter is uitgerust met een niveau-indica-
tor, die op het display- en bedieningspaneel meldt
dat zich in het brandstoffilter water heeft verzameld.
De sensorkabel (4) is aan de afsluitplug (2) vastge-
goten. Draai de afsluitplug niet meer dan één om-
wenteling los, omdat anders de sensorkabel bescha-
digd kan raken.
– Draai de afsluitplug voorzichtig los.
– Draai de afsluitplug (2) van het brandstoffil-
ter los en tap vloeistof af tot er schone
brandstof naar buiten komt.
– Draai de afsluitplug weer handvast vast.
1
57348011805 NL - 01/2022 - 06
Inzetbaarheid waarborgen
7341_003-024_V2
5
1
2
3
4
5
7341_003-023
377