Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Submenu Bijverwarm - Thermia Atria Optimum Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Atria Optimum:
Inhoudsopgave

Advertenties

Menuselectie
Betekenis
Stoptemperatuur bij hoge retour vanuit het verwarmingssysteem.
MAX RETOUR
STARTINTERVAL
Minimale tijdsinterval tussen twee starts van de warmtepomp in minuten.
Geeft een alarm als de temperatuur van de uitgaande brine onder de instelwaarde komt.
ALARM BRINE
Sensor op de heetgasleiding van de compressor. De waarde tussen haakjes geeft de
DRUKLEIDING
maximaal toegestane temperatuur aan. Als deze waarde wordt overschreden, stopt de
compressor. Hij start weer zodra de temperatuur gedaald is. Er wordt geen alarm weerge-
geven op de display, maar er staat wel een vierkant in de hoek linksonder van de display.
Wordt alleen weergegeven als LUCHT is geselecteerd. Laagste buitentemperatuur waar-
BUITEN STOP
bij de buitensensor de compressor stopt en in plaats daarvan warmte of warm water pro-
duceert met behulp van de bijverwarming.
Tijd in seconden. Geeft aan hoe vaak de opening van de shunt moet worden bijgesteld.
SHUNTTIJD
SHUNT KOELING
De koelshunt streeft naar de ingestelde temperatuur.
9.3

Submenu BIJVERWARM.

Menuselectie
Betekenis
MAX STAP
Maximaal aantal toegestane stappen voor bijverwarming.
gestaan (betekent dat alleen AUTO of WARMTEPOMP kan worden geselecteerd.)
Er moet aan twee voorwaarden worden voldaan voor het starten van de bijverwarming:
INTEGRAAL A2
de waarde van de integraal voor starten moet kleiner zijn dan integraal A2 en de aan-
voertemperatuur moet 2 °C lager zijn dan de berekende temperatuur. Zie de Service-
handleiding voor nadere inlichtingen.
HYSTERESIS
Als het verschil tussen de werkelijke aanvoertemperatuur en de berekende aanvoertem-
peratuur te groot is (zie Servicehandleiding), wordt de integraalwaarde op de startwaarde
A2 ingesteld (de bijverwarming wordt gestart) of op 0 (de warmtepomp wordt gestopt).
Heeft betrekking op de waarde van de hoofdzekering in de installatie, in ampère.
MAX STROOM
Stoptemperatuur voor warm water tijdens VERWARM. De waarde wordt uitgelezen door
WARMWATER STOP
de warmwatersensor.
VERTR. NA EVU
Tijd in minuten. Geeft aan hoeveel minuten er na EVU moeten verstrijken voordat de bij-
verwarming mag worden geactiveerd.
Zie de onderstaande tabel voor nadere inlichtingen.
EXT. BIJVERW.
EXT. BIJVERW.
Menuselectie
Betekenis
Geeft aan of er een externe bijverwarming is geïnstalleerd in het systeem.
EXT. BIJVERW.
Geeft de waarde voor de integraal aan waarbij de externe bijverwarming wordt aange-
INTEGRAAL A3
sloten.
Geeft aan hoe lang de externe bijverwarming actief moet blijven nadat de vraag ervan
UITSCH.VERTRAG.
niet meer nodig is.
Thermia Värmepumpar
Warmtepompen voor woningen
VMGFP210
= geen bijverwarming toe-
Fabrieksinstel-
ling
55 °C (bereik: 30
°C / 70 °C)
20 min. (bereik:
10 min. / 30 min.)
(bereik:
,
-14 °C / 10 °C)
135 °C
-20 °C (bereik:
-20 °C / -1 °C)
60 s (bereik: 10
s / 99 s)
18 °C (bereik: 0
°C / 30 °C)
Fabrieksinstel-
ling
2
(bereik:
, 1, 2,
3, 4, 5, +4, +5)
-600 (bereik:
-50 / -990)
20 °C (bereik: 5
°C / 30 °C)
20 A (bereik: 16
A / 35 A)
60 °C (bereik: 50
°C / 65 °C)
30 min. (bereik: 0
min. / 120 min.)
Fabrieksinstel-
ling
/ AAN
-300 (bereik:
-990 / INTE-
GRAAL A1 - 10)
0 min. (bereik: 0
min. / 180 min.)
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave