2.5
Afdanking
2.2
Elektrische aansluiting
2.3
Waterkwaliteit
2.4
Inbedrijfstelling
8
Warmtepompen voor woningen
Alle garanties van Thermia vervallen indien, bij het vullen met een ander koudemiddel dan het door Thermia
Värme AB voorgeschreven koudemiddel, geen schriftelijke bevestiging is ontvangen dat het nieuwe koude-
middel in combinatie met andere ingrepen is goedgekeurd als vervangingskoudemiddel.
Als de warmtepomp wordt afgedankt, moet het koudemiddel worden afgetapt voor afvoer. Er moet worden
voldaan aan de lokale regels en verordeningen met betrekking tot het afvoeren van koudemiddel.
Gevaarlijke elektrische spanning! De klemmenblokken staan onder spanning en kunnen bijzonder gevaarlijk
zijn vanwege het risico van elektrische schokken. Alle voedingen moeten worden onderbroken voordat met
de elektrische installatie wordt begonnen. De interne aansluitingen van de warmtepomp worden in de fa-
briek aangebracht. Daarom bestaat de elektrische installatie hoofdzakelijk uit het aansluiten van de voeding.
De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkende elektricien en moet voldoen aan
de geldende lokale en landelijke voorschriften.
Bij de elektrische installatie mogen alleen permanent aangelegde kabels worden gebruikt. Het moet mogelijk
zijn om de voeding te onderbreken met een meerpolige stroomonderbreker met een minimale contactope-
ning van 3 mm. (De maximale belasting voor extern aangesloten apparaten bedraagt 2 A).
Een normaal verwarmingssysteem bevat altijd een zekere hoeveelheid corrosiedeeltjes (roest) en neerslag-
producten van calciumoxide. Dit komt door het zuur dat van nature aanwezig is in het zoet water waarmee
het systeem wordt gevuld. Het is niet verstandig om het verwarmingssysteem regelmatig bij te vullen; daar-
om moet lekkage in het verwarmingssysteem altijd onmiddellijk worden gerepareerd. Gewoonlijk hoeft het
systeem slechts één of twee keer per jaar te worden bijgevuld. Het water in het verwarmingssysteem moet zo
schoon mogelijk zijn. Plaats het vuilfilter altijd op de retourleiding van het verwarmingssysteem naar de wa-
terpomp, zo dicht mogelijk bij de warmtepomp.
Hard water; gewoonlijk is de installatie van een warmtepomp in een gebied met hard water geen probleem,
omdat de normale bedrijfstemperatuur voor het warme water niet hoger is dan 60 °C. In gebieden met uit-
zonderlijk hard water kan een onthardingsfilter worden geïnstalleerd, waardoor het water wordt verzacht, on-
zuiverheden worden verwijderd en kalkaanslag wordt voorkomen.
De installatie mag alleen in bedrijf worden gesteld als het verwarmingssysteem en het brinesysteem zijn ge-
vuld en ontlucht. Anders kunnen de circulatiepompen beschadigd raken.
Als de installatie tijdens het installeren alleen zal worden aangedreven door het elektrische verwarmingsele-
ment, zorgt u ervoor dat het verwarmingssysteem gevuld is en dat de brinepomp en de compressor niet kun-
nen starten. Dit doet u door de bedrijfsmodus in te stellen op BIJVERWARM.
VMGFP210
Thermia Värmepumpar