Draai de functiekeuzeknop terwijl u de ontgrendelknop van de
functiekeuzeknopvergrendeling in het midden van de functiekeuzeknop ingedrukt houdt.
Beschikbare functies
(Slim automatisch):
Stelt u in staat op te nemen met automatische scèneherkenning.
P (Autom. programma):
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde (F-getal)). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
A (Diafragmavoorkeuze):
Hiermee kunt u het diafragma instellen en opnemen wanneer u de achtergrond wazig wilt
maken, enz.
S (Sluitertijdvoorkeuze):
Hiermee kunt u snelbewegende onderwerpen, enz., opnemen door de sluitertijd handmatig in te
stellen.
M (Handm. belichting):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de gewenste belichting door de belichting
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde (F-getal)) in te stellen.
1/2/3 (Geheug.nr. oproep.):
Maakt het mogelijk een beeld op te nemen nadat veelgebruikte functies of numerieke
instellingen zijn opgeroepen die van tevoren werden geregistreerd.
(Film/vertr.+versneld):
Maakt het mogelijk om de belichtingsfunctie te veranderen voor het opnemen van bewegende
beelden en het opnemen van vertraagde/versnelde bewegende beelden.
(Panorama d. beweg.):
Maakt het mogelijk om een panoramabeeld op te nemen door het beeld samen te stellen.
[79] Opnemen
Een opnamefunctie selecteren
Slim automatisch
De camera neemt op met automatische scèneherkenning.
Draai de functiekeuzeknop naar de stand
1
(Automatisch. modus).