15 punten:
Gebruikt de beperkte 15 punten uit alle punten van de specifieke fasedetectie-AF-sensor.
[52] Opnemen
Automatische scherpstelling
AF-microafst.
Stelt u in staat om automatisch scherpgestelde posities aan te passen en te registreren voor
elke lens.
Voor algemeen gebruik hoeft u de automatisch scherpgestelde positie niet aan te passen met
behulp van deze functie. Gebruik deze functie alleen wanneer aanpassingen noodzakelijk zijn
voor bepaalde scherpstelgebieden of brandpuntsafstanden. Merk op dat wanneer u deze
aanpassingsfunctie gebruikt, de automatische scherpstellingsfunctie mogelijk niet op de juiste
positie wordt uitgevoerd.
MENU →
1
Selecteer [Inst. voor aanp. AF] → [Aan].
2
Pas de waarde voor het middengebied aan.
3
Hoe hoger de waarde die u selecteert, hoe verder weg de automatisch scherpgestelde
positie ligt van het apparaat. Hoe lager de waarde die u selecteert, hoe dichter de
automatisch scherpgestelde positie ligt bij het apparaat.
(Camera- instellingen1) → selecteer [AF-microafst.].