Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Effeningsfactror
Standaard Temp
Installatie Factor
Kabellengte
Ø Kabel
Celconstante
Bereik
Temp-comp.
Comp-factor
Eenheden
Naam
Type
5.2.3

Temperatuur

Instellingen
Raak het Bewerk-pictogram aan om de instellingen voor de sensor te bekijken of te wijzigen.
Alarmen
Dode Band
Reset Kalibratie Waar-
den
Kal Nodig Alarm
Alarm & datalog
onderdrukking
Effeningsfactror
Naam
Element
Verhoog het percentage van de vereffeningsfactor om de reactie op veranderingen te
dempen. Met een vereffeningsfactor van 10% bijvoorbeeld zal de volgende uitlezing
bestaan uit een gemiddelde van 10% van de vorige waarde en 90% van de huidige
waarde.
Als op enig moment het temperatuursignaal niet meer wordt gedetecteerd, gebruikt
de regelaar de ingestelde standaardtemperatuur voor de temperatuurcompensatie.
Niet wijzigen tenzij u daartoe instructies ontvangt van de fabrikant.
De regelaar compenseert automatisch voor fouten in de gemeten waarden die het
gevolg zijn van lengteverschillen in de gebruikte kabel.
De kabellengtecompensatie is afhankelijk van de diameter van de draad die wordt ge-
bruikt om de kabel te verlengen
Niet wijzigen tenzij u daartoe instructies ontvangt van de fabrikant. De Walchem-sen-
sor is 6.286. Sensors van andere fabrikanten worden niet ondersteund.
Selecteer het geleidbaarheidsbereik dat het best overeenkomt met de omstandigheden
waarin de sensor zal worden gebruikt.
Selecteer tussen de standaard NaCl-temperatuurcompensatiemethode of een lineaire
%/graden C-methode.
Het menu verschijnt alleen wanneer Lineaire temp-comp. is geselecteerd. Wijzig de
%/graden C op basis van het chemische materiaal dat gemeten wordt. Standaardwa-
ter is 2%.
Selecteer de meeteenheden voor de geleidbaarheid.
De naam die gebruikt wordt voor de sensor kan gewijzigd worden.
Selecteer het type sensor dat moet worden aangesloten.
De alarmmeldingsgrenzen Laag-Laag, Laag, Hoog en Hoog-Hoog kunnen worden
ingesteld.
Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 100 is en
de dode band is 1, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 100 en uitgeschakeld
bij 99.
Open dit menu om de sensorkalibratie terug te zetten naar de standaardwaarden.
Voor de weergave van een alarmbericht als herinnering om de sensor te kalibreren
volgens een regelmatig schema. Voer hiervoor het aantal dagen tussen de kalibraties in.
Stel deze op 0 in wanneer er geen herinneringen nodig zijn.
Wanneer een van de relais of digitale ingangen geselecteerd wordt, worden eventu-
ele alarmmeldingen die betrekking hebben op deze ingang onderdrukt wanneer het
geselecteerde relais of de digitale ingang actief is. Tegelijkertijd tonen alle datalogs
en grafieken die de ingang bevatten, geen gegevens voor de duur van de activering.
Verhoog het percentage van de vereffeningsfactor om de reactie op veranderingen te
dempen. Met een vereffeningsfactor van 10% bijvoorbeeld zal de volgende uitlezing
bestaan uit een gemiddelde van 10% van de vorige waarde en 90% van de huidige
waarde.
De naam die gebruikt wordt voor de sensor kan gewijzigd worden.
Selecteer het specifieke temperatuursensortype dat moet worden aangesloten.
58

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave