Nikkel Monel 400
Nikkel Monel K500
Hastelloy C22
Nikkel Inconel 600
Incoloy-legering 20
Incoloy-legering 800
Incoloy-legering 825
Hastelloy C276
Titanium klasse 2
RVS 304
RVS 316
Duplex RVS 2205
Super Duplex RVS 2507
Zink
5.2.9
Ingang corrosie-onbalans
ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER EEN CORROSIE-INGANGSKAART IS GEÏNSTALLEERD
Ingangsdetails
De details voor dit type ingang omvatten de huidige corrosie-onbalanswaarde, alarmmeldingen, status, huidige
fase in de meetcyclus, de verstreken tijd van de huidige cyclus, de verhouding van de huidige onbalanswaarde ten
opzichte van de huidige corrosiesnelheid, de kalibratie-offset, de datum van de laatste kalibratie en het type ingang.
Instellingen
Raak het Bewerk-pictogram aan om de instellingen voor de sensor te bekijken of te wijzigen.
Alarmen
Dode Band
Reset Kalibratie Waar-
den
Kal Nodig Alarm
Alarm & datalog
onderdrukking
Naam
Type
5.2.10
Zender-ingang en AI-monitor-ingang
Selecteer AI-monitor wanneer het aangesloten apparaat zelfstandig kan worden gekalibreerd en de kalibratie voor
Intuition-9™ alleen in mA-eenheden plaatsvindt. Selecteer Zender wanneer het aangesloten apparaat niet zelfstandig
kan worden gekalibreerd en de Intuition-9™ wordt gebruikt om de technische meeteenheden te kalibreren.
1.13
1.04
0.85
0.95
0.98
0.89
0.88
0.86
0.75
0.89
0.90
0.89
0.88
1.29
De alarmmeldingsgrenzen Laag-Laag, Laag, Hoog en Hoog-Hoog kunnen worden
ingesteld.
Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 10 is en de
dode band is 0,1, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 10,01 en uitgeschakeld
bij 9.9.
Open dit menu om de sensorkalibratie terug te zetten naar de standaardwaarden.
Voor de weergave van een alarmbericht als herinnering om de sensor te kalibreren
volgens een regelmatig schema. Voer hiervoor het aantal dagen tussen de kalibraties
in. Stel deze op 0 in wanneer er geen herinneringen nodig zijn.
Wanneer een van de relais of digitale ingangen geselecteerd wordt, worden eventu-
ele alarmmeldingen die betrekking hebben op deze ingang onderdrukt wanneer het
geselecteerde relais of de digitale ingang actief is. Tegelijkertijd tonen alle datalogs
en grafieken die de ingang bevatten, geen gegevens voor de duur van de activering.
De naam die gebruikt wordt voor de sensor kan gewijzigd worden.
Selecteer het type sensor dat moet worden aangesloten.
N04400
N05500
N06022
N06600
N08020
N08800
N08825
N10276
R50400
S30400
S31600
S31803
S32750
Z17001
63