Motorolie - Bijvullen
Vulhoeveelheid (met oliefilter): 9 l
Olievuldop (1) losschroeven en motorolie overeenkomstig
hoofdstuk onderhoudsmiddelen (blz. 174) vullen.
Olievuldop vastdraaien.
Motor starten (blz. 84), de controlelamp motoroliedruk moet
onmiddellijk na het starten van de motor doven. Indien niet, mo-
tor direct uitschakelen, geschoold personeel inlichten.
Motor warm laten worden en vervolgens parkeren (blz. 85). Na
een wachttijd van 5 min oliepeil controleren.
Oliemeterstang (2) uittrekken en met een zuivere doek afvegen.
Oliepeilstok weer helemaal terugplaatsen en opnieuw eruit
trekken. Het oliepeil moet zich in het bereik "A" bevinden. Bij
een te laag oliepeil; motorolie bijvullen.
Het bedrijf met een te laag of te hoog oliepeil kan tot
motorschade leiden.
Bij het verversen van de olie moet de motorolie tot het "MAX"-
merkstreepje worden gevuld.
Motorkap sluiten.
Brandstoffilter - Vervangen
Motorkap openen (blz. 176).
Zet de omschakelkraan (3) in de stand OFF (A).
Poetsdoek onder het brandstoffilter (1) zodat er geen
brandstof op de bodem komt.
194
Onderhoud
R5615-8144-5
01/2018