2
Selecteer een optie en stel deze in.
●
Druk op de knoppen
te selecteren.
●
Nadat u [Alle beelden] of [Vandaag
gemaakte beelden] hebt geselecteerd:
druk op de knop
.
●
Nadat u [Afgel. dgn gem. beelden]
hebt geselecteerd: druk op de knop
druk in het volgende scherm op de
knoppen
/
om het aantal dagen op te
geven en druk vervolgens op de knop
●
Nadat u [Selecteer op classificatie]
hebt geselecteerd: druk op de knop
druk in het volgende scherm op de
knoppen
/
om de classificatie te
selecteren en druk vervolgens op de
knop
.
●
Nadat u [Bestandsnummerreeks] hebt
geselecteerd: druk op de knop
in het volgende scherm het eerste en
laatste beeld op, selecteer [OK] en druk
vervolgens op de knop
●
Voor Live View-opnamen maken op afstand, selecteert
u [Alle beelden].
De bijnaam van de camera wijzigen
Verander de bijnaam van de camera (weergegeven op verbonden
/
om een optie
apparaten) zoals u dat wilt.
,
.
,
, geef
.
1
Kies [Inst. draadloze communicatie].
●
Druk op de knop
[Inst. draadloze communicatie] op
het tabblad [ 4].
2
Kies [Bijnaam].
●
Druk op de knoppen
te selecteren en druk vervolgens op de
knop
.
3
Verander de bijnaam.
●
Druk op de knop
om het toetsenbord te
openen en voer vervolgens een bijnaam in.
●
Er wordt een bericht weergegeven als de bijnaam die u invoert,
met een symbool of spatie begint. Druk op de knop
een andere bijnaam in.
●
U kunt de bijnaam ook wijzigen op het scherm [Bijnaam apparaat]
dat wordt weergegeven wanneer u voor het eerst Wi-Fi gebruikt.
In dit geval selecteert u het tekstvak, drukt u op de knop
het toetsenbord te openen en voert u vervolgens een nieuwe
bijnaam in.
Draadloze functies/accessoires
Draadloze functies
Accessoires
De camera leren kennen
en kies
Voorbereiding en basisuitleg
Opnamen maken
Afspelen
/
om [Bijnaam]
Instellingen
Problemen oplossen
Fouten en waarschuwingen
Bijlage
Index
en voer
om
32