●
Als [Niet selecteerbaar beeld.] wordt weergegeven op het scherm voor
het laden van witbalansgegevens, kiest u [OK] om het bericht te wissen.
Kies vervolgens een andere afbeelding.
●
Als het bericht [Stel WB in op "
"] wordt weergegeven op het scherm
voor het laden van witbalansgegevens, drukt u op de knop
te gaan naar het menuscherm en selecteert u [
●
In plaats van een wit voorwerp kan een grijskaart of een reflector
met 18% grijs (in de handel verkrijgbaar) een nauwkeurigere
witbalans opleveren.
●
De huidige witbalans en gerelateerde instellingen worden genegeerd
wanneer u opnamen maakt van een wit onderwerp.
De witbalans handmatig corrigeren
●
Elk correctieniveau dat u instelt, wordt behouden, zelfs als u de optie
voor witbalans wijzigt.
●
Op het scherm voor geavanceerde correctie-instellingen staat B voor
blauw, A voor geel, M voor magenta en G voor groen.
●
Eén niveau van de blauw/geel-correctie staat gelijk aan
ongeveer 5 mireds van een kleurtemperatuurconversiefilter.
(Mired: eenheid voor kleurtemperatuur die de dichtheid van
een kleurtemperatuurconversiefilter weergeeft.)
●
U kunt het correctieniveau ook configureren door MENU >
tabblad [
6] > [WB-correctie] te selecteren.
●
U kunt het correctieniveau ook selecteren op het correctiescherm
door op de balk te tikken of door de balk te verslepen, of door op het
scherm voor geavanceerde instellingen op het kader te tikken of het
kader te verslepen.
●
U het scherm voor geavanceerde instellingen openen door in het
correctiescherm op [
] te tikken.
Witbalanskleurtemperatuur handmatig instellen
●
Kleurtemperatuur kan worden ingesteld in stappen van 100 K in een
bereik van 2.500 - 10.000 K.
Kleuren aanpassen (Beeldstijl)
●
De volgende beeldstijlitems zijn beschikbaar.
om terug
].
De kleurtoon wordt automatisch aangepast
aan de omstandigheden. In natuur-
en buitenopnamen en opnamen van
Auto
zonsondergangen zien de kleuren er
levendig uit. Dit geldt in het bijzonder voor
blauwe luchten, bomen en struiken en
zonsondergangen.
Het beeld ziet er levendig, scherp en helder
Standaard
uit. Voor de meeste opnamen geschikt.
Voor egalere huidtinten, met iets minder
scherpte. Geschikt voor portretten in
Portret
close-up. Als u de huidtinten wilt bewerken,
past u [Kleurtoon] aan.
Voor levendige blauwe en groene tinten
en zeer scherpe en heldere opnamen.
Landschap
Gebruik deze instelling voor indrukwekkende
landschappen.
Voor gedetailleerde weergave van fijne
Gedetailleerd
onderwerpcontouren en subtiele texturen.
Maakt beelden iets levendiger.
Om later op een computer te retoucheren.
Neutraal
Maakt beelden ingetogener, met minder
contrast en natuurlijke kleurtonen.
Om later op een computer te retoucheren.
Reproduceert de werkelijke kleuren van
onderwerpen natuurgetrouw, zoals gemeten in
Natuurlijk
omgevingslicht met een kleurtemperatuur van
5200 K. Levendige kleuren worden onderdrukt
om ingetogen opnamen te produceren.
Monochroom
Voor zwart-witbeelden.
Voeg een nieuwe stijl toe op basis van vooraf
ingestelde opties zoals [Portret] of [Landschap]
Gebruiker
of op basis van een beeldstijlbestand. Pas dit
vervolgens zoals gewenst aan.
Draadloze functies/accessoires
Draadloze functies
Accessoires
De camera leren kennen
Voorbereiding en basisuitleg
Opnamen maken
Afspelen
Instellingen
Problemen oplossen
Fouten en waarschuwingen
Bijlage
Index
63