●
Als er geen gezichten worden gedetecteerd wanneer u de camera op
mensen richt en de ontspanknop half indrukt, worden er groene kaders
weergegeven rondom andere gebieden waarop is scherpgesteld.
●
Bij de volgende onderwerpen worden gezichten mogelijk niet
gedetecteerd.
-
Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
-
Onderwerpen die donker of licht zijn
-
Gezichten en profil, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
●
De camera kan niet-menselijke onderwerpen identificeren als gezichten.
●
Een oranje kader wordt weergegeven met [ ] als de camera niet kan
scherpstellen op onderwerpen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
●
Scherpstellen is niet mogelijk op gezichten die aan de rand van
het scherm zijn gedetecteerd (deze worden met grijze kaders
aangegeven), zelfs wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Soepele zone AF
●
De camera stelt scherp binnen het door u aangewezen gebied.
Dit is handig wanneer het onderwerp moeilijk vast te leggen is
met
+volgen of Eén punt AF, omdat u kunt aangeven waar u wilt
scherpstellen. De camera stelt scherp binnen het witte kader dat wordt
weergegeven. U kunt het witte kader verplaatsen door het te verslepen
of door op het scherm te tikken.
●
Een oranje kader wordt weergegeven met [ ] als de camera niet kan
scherpstellen op onderwerpen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
●
Blauwe kaders worden weergegeven rond posities die zijn
scherpgesteld wanneer u MENU > tabblad [
[Servo AF] selecteert.
Opnamen maken met Servo AF
●
De scherpstelling en belichting blijven behouden waar het blauwe
AF-kader wordt weergegeven terwijl u de ontspanknop half indrukt.
●
De camera kan mogelijk geen opname maken terwijl er wordt
scherpgesteld, zelfs niet als u de ontspanknop helemaal indrukt.
Houd de ontspanknop ingedrukt terwijl u het onderwerp volgt.
●
Het gebruik van de zelfontspanner beperkt de AF-modus tot
[ONE SHOT].
●
Als u MENU > tabblad [
modus beperkt tot [ONE SHOT].
●
De belichting wordt in de Servo AF-modus niet vergrendeld wanneer
u de ontspanknop half indrukt, maar wordt bepaald op het moment dat
u een opname maakt, ongeacht de instelling van de meetmethode.
●
Continue opname met automatische scherpstelling is mogelijk door
Servo AF in te stellen. Onthoud dat continue opname op dit moment
langzamer is. Onthoud ook dat de scherpstelling verloren kan gaan
wanneer u in- of uitzoomt tijdens continue opname.
●
Afhankelijk van de gebruikte lens, de afstand tot het onderwerp en
de snelheid van het onderwerp kan de camera mogelijk niet goed
scherpstellen.
●
Een oranje kader wordt weergegeven met [ ] als de camera niet kan
scherpstellen op onderwerpen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
●
U kunt deze Servo AF ook configureren door MENU > tabblad [
[AF-bediening] te openen.
De scherpstellingsinstelling veranderen
●
De instelling Continu aanpassen heeft het volgende effect.
3] > [AF-bediening] >
●
Als u MENU > tabblad [
modus [Continu] beperkt tot [Uitsch.].
Onderwerpen kiezen om op scherp te stellen (Touch AF)
●
Wanneer de AF-methode is ingesteld op [
weergegeven op de plaats waar u het scherm aanraakt.
●
U kunt het AF-kader in de modus [
verslepen.
●
Om het AF-kader in de modus [
nadat het is verplaatst, tikt u op [
3] > [AF kader afm.] > [Klein] kiest, blijft de
Helpt te voorkomen dat u onverwachte fotokansen
Insch.
mist, doordat de camera continu scherpstelt op
onderwerpen totdat u de ontspanknop half indrukt.
De camera stelt niet continu scherp, zodat de accu
Uitsch.
minder snel leeg is. Dit kan echter het scherpstellen
vertragen.
3] > [AF kader afm.] > [Klein] kiest, blijft de
] ook verplaatsen door het te
] weer in het midden te zetten
].
Draadloze functies/accessoires
Draadloze functies
Accessoires
De camera leren kennen
Voorbereiding en basisuitleg
Opnamen maken
Afspelen
Instellingen
3] >
Problemen oplossen
Fouten en waarschuwingen
Bijlage
Index
], wordt een AF-kader
66