De SIMV-modus is bestemd voor de volumegecontroleerde
beademing met vast verplicht minuutvolume. Tussen de verplichte
beademingsteugen kan de patiënt spontaan ademhalen en zo het
minuutvolume verhogen. Met behulp van de inspiratoire trigger
kan de beademing individueel worden afgestemd op de patiënt. Bij
aanwezige spontane ademhaling wordt de verplichte
beademingsteug gesynchroniseerd met de ademhaling van de
patiënt. Het verplichte minuutvolume en de verplichte
ademfrequentie blijven daarbij onveranderd. De ingestelde
maximale drukbegrenzing (pMax) garandeert de veiligheid van de
patiënt.
10.6 S-IPPV (optioneel)
Gevaar voor hyperventilatie!
Bij gebruik van de S-IPPV-modus kan de CO
bloed van de patiënt afnemen waardoor de patiënt ernstig of
levensgevaarlijk letsel kan oplopen.
Patiënt permanent bewaken.
Gevaar voor air trapping!
Bij gebruik van de S-IPPV-modus kan er lucht in de long van de
patiënt worden ingesloten, wat tot een verminderde
gasuitwisseling kan leiden. Hierdoor kan de patiënt ernstig of
levensgevaarlijk gewond raken
Luchtwegdruk permanent bewaken.
Gevaar voor een intrinsieke PEEP!
Door een te korte expiratie kan de druk aan het einde van de
expiratie langzaam stijgen. Hierdoor kan de patiënt ernstig of
levensgevaarlijk gewond raken.
Drukbegrenzing correct instellen.
Patiënt permanent bewaken.
10 Beschrijving van de modi
-concentratie in het
2
MEDUVENT Standard
NL
133