6 Bediening
6.3 Beademing starten
60
NL
MEDUVENT Standard
Gevaarlijke therapie door onvoldoende bewaking van de
patiënt!
Wanneer de patiënt en het apparaat tijdens de beademing niet
geobserveerd en bewaakt worden, kunnen verlate reacties van
het medische vakpersoneel op alarmen en storingen leiden tot
ernstig en levensgevaarlijke letsel van de patiënt en tot een
verkeerde therapie.
Patiënt en apparaat tijdens de beademing permanent
observeren en bewaken.
Bovendien externe monitoring toepassen (bijv. SpO
etCO
).
2
Gevaar voor letsel door verkeerd ingestelde begrenzing van
de maximale luchtwegdruk!
Door een te hoge luchtwegdruk kan de patiënt ernstig of
levensgevaarlijk gewond raken.
Drukbegrenzing pMax altijd passend bij de actuele patiënt en
de actuele therapie instellen.
Gevaarlijke therapie door lekkages tijdens de beademing!
De meetwaarde MVi geeft aan hoeveel volume het apparaat aan
de patiënt afgeeft. Bij lekkage tijdens de beademing komt de
meetwaarde MVi niet overeen met het daadwerkelijk
toegediende ademvolume. Wanneer hier geen rekening mee
wordt gehouden, kan de patiënt ernstig of levensgevaarlijk
gewond raken.
Controleren of masker of tubus goed zitten.
Niet de meetwaarde MVi gebruiken voor de adequate
beoordeling van de beademing.
Externe monitoring (etCO
gebruiken.
Besmettings- of infectiegevaar door niet gebruikt
hygiënefilter!
Wanneer het apparaat zonder hygiënefilter in een besmette
omgeving wordt gebruikt, kan het besmette of geïnfecteerde
omgevingslucht aanzuigen. Hierdoor kunnen de patiënt en de
gebruiker ernstig of levensgevaarlijk gewond raken.
Apparaat alleen met hygiënefilter gebruiken.
, SpO
of expiratoire volumemeting)
2
2
en/of
2