6
Bediening
Brandgevaar door gelijktijdig gebruik van
beademingsapparaat en defibrillator in een met zuurstof
verrijkte omgeving!
Bij gelijktijdig gebruik van beademingsapparaat en defibrillator in
een met zuurstof verrijkte atmosfeer en in aanwezigheid van
brandbaar materiaal (bijv. textiel) kan er bij defibrillatie in
combinatie met vonkvorming explosie en brand ontstaan.
Hierdoor kunnen de patiënt, de gebruiker en omstanders ernstig
of levensgevaarlijk gewond raken.
Bij de defibrillatie indien mogelijk plakelektroden gebruiken.
Erop letten dat het zuurstof-lucht-mengsel dat uit het
uitademventiel stroomt niet in de richting van het
bovenlichaam van de patiënt kan ontsnappen.
Apparaat alleen in geventileerde ruimtes of omgevingen
gebruiken.
Gebrekkige patiëntenmonitoring door verborgen
alarmgevers!
Door een verborgen alarmlamp, een verborgen luidspreker of een
verborgen display kan de gebruiker alarmen niet merken en niet
op gevaarlijke situaties reageren. Hierdoor kan de patiënt ernstig
of levensgevaarlijk gewond raken.
Alarmgever (alarmlamp, luidspreker en display) altijd
vrijhouden.
Display van het apparaat naar boven (bijv. op een tafel) of naar
voren (bijv. aan de wand) positioneren.
Verhoogde ademarbeid voor de patiënt door afgedekt
patiëntenventiel!
Door de afdekking van het patiëntenventiel kan dit in de functie
worden belemmerd en de therapie in gevaar brengen. Hierdoor
kan de patiënt letsel oplopen.
Expiratieopening van het patiëntenventiel niet afdekken/
afsluiten.
MEDUVENT Standard
6 Bediening
NL
57