Snijd het knoopsgat vanaf de beide uiteinden
naar het midden toe open met een tornmesje.
De dichtheid van het knoopsgat wordt aange-
past met de steeklengteknop in het gedeelte
"
". Stel de steekbreedte in op "6".
Let op: De dichtheid hangt af van de stof. Maak
altijd eerst een testknoopsgat op de stof waarop u
het knoopsgat wilt gaan maken.
Tip:
•
Als u de bovendraadspanning iets verlaagt,
krijgt u een beter resultaat.
•
Gebruik een extra versteviging voor dunne of
elastische stoffen.
Knoopsgat met inlegdraad
(Elastische stoffen)
Bij het naaien van knoopsgaten in elastische
stoffen raden we aan een inlegdraad te gebrui-
ken voor meer stabiliteit en om te voorkomen
dat het knoopsgat uitrekt.
1
Maak een lus van dik garen of perlékatoen
over het hieltje aan de achterkant van
de naaivoet (A). Trek de draaduiteinden
onder de naaivoet naar de voorkant en
maak ze dan vast om het hieltje aan de
voorkant van de naaivoet (B).
2. Naai een knoopsgat. De cordonsteken van
de kolommen van het knoopsgat worden
over de draad heen genaaid.
3
Wanneer het knoopsgat klaar is, haalt u
de draad van de hieltjes af en trekt u de
draad strak.
4. Rijg de uiteinden van het koord in een
naald, trek ze naar de verkeerde kant en
hecht de uiteinden af voordat u de reste-
rende draad afknipt.
Snijd uw knoopsgat voorzichtig
open met een tornmesje
A
B
31