[Sleutelinstellingen]
[Sleutelnaam]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u
eenvoudig kunt terugvinden in lijsten.
[Algoritme handtekening]
Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst.
[Sleutelalgoritme]
RSA of ECDSA wordt gebruikt om een sleutelpaar te genereren. Selecteer de sleutellengte in de
vervolgkeuzelijst. Hoe groter het aantal is voor de sleutellengte, hoe trager de communicatie verloopt.
De beveiliging is echter krachtiger.
●
[512 bit] kan niet als sleutellengte van RSA worden geselecteerd als [SHA384] of [SHA512] is
geselecteerd voor [Algoritme handtekening].
[Certificaatinstellingen]
[Startdatum geldigheid (dd/mm jjjj)]
Voer de begindatum voor de geldigheidsperiode van het certificaat in. Deze datum moet tussen 01/01
2000 en 31/12 2037 liggen.
[Einddatum geldigheid (dd/mm jjjj)]
Voer de einddatum voor de geldigheidsperiode van het certificaat in. Deze datum moet tussen 01/01
2000 en 31/12 2037 liggen. U kunt hier geen datum opgeven die voorafgaat aan [Startdatum geldigheid
(dd/mm jjjj)].
[Land/regio]
Voer maximaal 2 tekens in voor de op internet gangbare landcode.
[Staat]/[Plaats]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de locatie.
[Organisatie]/[Afdeling]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van de organisatie.
[Algemene naam]
Gebruik maximaal 41 alfanumerieke tekens voor de algemene naam (Common Name) van het
certificaat. 'Common Name' wordt vaak afgekort tot 'CN'.
Beveiliging
320