3. Maak in omgekeerde volgorde (8>7>6>5>4>3>2>1) de acht geborgde schroeven los waarmee de koelplaateenheid aan de
systeemkaart en de palmsteuneenheid wordt bevestigd.
4. Til de warmteafvoer van de systeemkaart.
De koelplaateenheid installeren
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de koelplaateenheid aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Stappen
1. Plaats de koelplaateenheid op de palmsteuneenheid en lijn de schroefgaten op de koelplaateenheid uit met de schroefgaten op
de systeemkaart en de palmsteuneenheid.
2. Draai de geborgde schroeven vast in de juiste volgorde (1>2>3>4>5>6>7>8) om de koelplaateenheid op de systeemkaart te
bevestigen.
3. Plaats de twee schroeven (M2.5x5) terug waarmee de koelplaateenheid aan de palmsteuneenheid wordt bevestigd.
4. Sluit de kabels van de ventilator aan op de systeemkaart.
Vervolgstappen
1. Installeer de
onderzijde van de
2. Installeer de
I/O-afdekplaat aan de
3. Installeer de SSD-interposerkaart, indien van toepassing.
4. Installeer de
SSD in M.2-slot
5. Installeer de
SSD in M.2-slot
computer.
achterzijde.
vier, indien van toepassing.
drie, indien van toepassing.
61