Papierverwerking > Papier plaatsen
8
9
10
BELANGRIJK
• De stapel papier mag niet hoger zijn dan de lijn op het label die de papierlimiet
aangeeft.
• Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort
envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de
verkeerde richting of op de verkeerde kant worden bedrukt.
• Voordat u enveloppen plaatst, drukt u ze naar beneden om de lucht in de
enveloppen te verwijderen en de randen of vouwen vlak te maken.
• Maak gekrulde of kromgetrokken enveloppen recht vóór het plaatsen (houd de
mate van krullen of kromtrekken voor elke enveloppe binnen 3 mm).
• Stel de enveloppen zo in dat het hoogteverschil van de stapels minder dan 10 mm
bedraagt.
Max.
• Wanneer u een envelop met een zelfklevende flap en papieren kleefstrook plaatst,
controleer dan of de kleefstrook niet gekruld of losgekomen is.
• Gebruik ongevouwen Oufuku hagaki (antwoordbriefkaart)
Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders stevig tegen
het papier geklemd zitten.
Als er nog ruimte is, past u de geleiders opnieuw aan het papier aan.
Druk cassette 1 voorzichtig terug op zijn plaats.
Roep het scherm op.
Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papierinvoer] > [Instellingen
cassette 1]
3mm
10mm
Min.
7-24