De motor uitschakelen.
– Til de achterkant van het klepje van de
knop START/STOP ENGINE op.
– Druk op START/STOP ENGINE en de
motor zal stoppen.
De parkeerrem deactiveren
Met draaiende motor of met het voer-
tuig in contactstand II:
– Trap het voetrempedaal in.
– Duw de hendel van de parkeerrem-
schakelaar naar voren en laat deze
dan los.
Automatische deactivering
Voertuigen met automaat
Trap bij draaiende motor het voetrempe-
daal in. Kies de versnelling D of R.
Laat het voetrempedaal los en trap het
gaspedaal in.
Handgeschakelde voertuigen
Trap bij draaiende motor het koppe-
lingspedaal in en kies een versnelling.
Laat het koppelingspedaal los en trap
het gaspedaal in om het voertuig in be-
weging te brengen.
De parkeerrem activeren
– Trap het voetrempedaal in en zorg
ervoor dat de versnellingspook
voor handgeschakelde voertuigen
in de neutrale stand staat. Zorg bij
voertuigen met automaat dat P is
geselecteerd.
– Trek de hendel van de parkeerrem-
schakelaar naar u toe en laat deze
dan los.
– Laat het voetrempedaal los en zorg
ervoor dat het voertuig stilstaat.
Automatisch activeren
De parkeerrem wordt automatisch geac-
tiveerd wanneer:
– Het voertuig wordt uitgeschakeld.
– Wanneer u P - Park selecteert op een
steile helling (alleen voor voertuigen
met automaat).
STARTEN EN RIJDEN
De instelling voor automatische deacti-
vering/activering van de parkeerrem se-
lecteert u in het centrale display.
Anti-blokkeersysteem
Wanneer het antiblokkeerremsysteem
(ABS) wordt geactiveerd, dan voelt u
een 'pulserend' gevoel op het rempedaal
gevoeld. Houd druk op het rempedaal.
ABS voorkomt niet het risico van een
ongeval door een verkeerde snelheid.
De bestuurder is altijd verantwoordelijk
voor het inschatten van een veilige snel-
heid onder alle rijomstandigheden.
41