Instelling van het lage temperatuursniveau van werking van de warmtepomp (parameter :27)
Als deze instelling is gekozen (parameter :27), kan met een druk op de (+) of (-) de temperatuur van het regime van werking van
de warmtepomp worden bepaald, afhankelijk van de uitvoering van de warmtepomp.
De lage temperatuur werkingswijze kan alleen worden ingesteld als de uitvoering van de warmtepomp dit toelaat!****
Aan de linkerzijde (veld TEMP) wordt de volgende toestand weergegeven:
Yes – uitvoering warmtepomp, werkingswijze warmtepomp (tot -7°C), het systeem bevat een 4-weg ventiel
No – uitvoering van de warmtepomp werkingswijze tot 7°C, het systeem bevat geen 4-weg ventiel
Inschakeling (fotovoltaische) PV functie (parameter :34)
Yes – functie is geactiveerd
No – functie is niet actief
Inschakeling van doorluchtfunctie (parameter :40)
Yes – functie is geactiveerd
No – functie is niet actief
Anti-legionella programma
• Werkt alleen bij een ingeschakelde warmtepomp. Als deze werkt wordt het symbool 17 weergegeven.
• Automatische inschakeling: Indien nodig 24.00u, iedere 14 dagen van werking van de warmtepomp.
• Het anti-legionella programma kan met de hand worden ingeschakeld met veld 15.
Ventilatie
• De functie kan worden ingeschakeld met een korte druk op veld 2. De functie wordt na 30 minuten automatisch uitgeschakeld.
• Met een hernieuwde korte druk wordt de ventilatie functie uitgeschakeld.
• Bij uitschakeling van de warmtepomp met de on/off toets wordt de functie uitgeschakeld.
• Bij stroomuitval tijdens de ventilatie functie wordt bij hernieuwde inschakeling van de stroom de ventilatie voortgezet met 30
minuten.
• In geval van een fout wordt de functie uitgeschakeld.
• De ventilatie functie kan niet worden ingeschakeld:
- Bij de melding van een fout
- Bij uitvoering van het anti-legionella programma
- Bij uitvoering van het ontdooien
• Symbool 2 is actief en zichtbaar.
Reserve regime
• Inschakeling is mogelijk door een langere druk op veld 2.
• Het reserve regime stelt de werking met verwarmingselementen voor en wordt gebruikt als er aan het aggregaat gedeelte een
fout is ontstaan in de werking. Het water wordt door de verwarmingselementen op temperatuur gehouden.
• Uitschakeling van de functie is mogelijk door een langere druk op veld 2.
• Symbool 3 is zichtbaar.
• In geval het gebruik van het reserve regime moet meteen een servicedienst gewaarschuwd worden.
Signalisatie van de werking
Anti-legionella programma:
• programma ingeschakeld – controleveld 17 wordt weergegeven
• programma uitgeschakeld – controleveld 17 niet weergegeven
Elektrisch verwarmingselement:
• element ingeschakeld – controleveld 14 wordt weergegeven
• element uitgeschakeld – controleveld 14 niet weergegeven
Warmtepomp:
• warmtepomp verwarmt het water – controleveld 16 weergegeven
• warmtepomp verwarmt het water niet – controleveld 16 niet weergegeven
In-/uitschakeling:
• warmtepomp ingeschakeld – behalve veld 9 worden nog andere velden weergegeven
• warmtepomp uitgeschakeld – op het scherm is alleen veld 9 zichtbaar.
Ontdooiing:
• De warmtepomp staat in het regime van ontdooien – het controleveld 19 wordt weergegeven
• De warmtepomp staat niet het regime van ontdooien – het veld 19 wordt niet weergegeven
51