12.3 Montage van de zonnecel op de camera
Plaats de zonnecel (A) met de ronde kant van de scharnierbeugel (J) in het
contradeel (K) op de camera. Zonodig moet u de twee zijdelingse bevestigings-
schroeven iets losdraaien, zodat de scharnierbeugel (J) volledig in het contra-
deel grijpt.
Richt de zonnecel (A) zo dat de zonnestralen erop vallen, bij voorkeur onder een
hoek van 90°. Om de zonnecel van de muur af naar voren te kunnen draaien,
moet u deze met de lange zijde in lijn met de camera uitlijnen. Bovendien moet
de uitgang van de aansluitkabel van de zonnecel naar de muur wijzen.
Bevestig de zonnecel met de twee zijdelingse bevestigingsschroeven van het
contradeel (K).
Stel de gewenste hoek van de zonnecel (A) in en draai de schroef van de ver-
binding vast.
12.4 Montage van de zonnecel bij gescheiden montage
Monteer de zonnecel (A) op een stabiele ondergrond.
Kies de montageplek zodanig dat deze tegen sabotagepogingen aan de
zonnecel (A) beschermd is. De zonnecel (A) moet daarom op een minimum
hoogte van 2,5 m worden gemonteerd.
Als er deuvels nodig zijn om de zonnecel (A) op de montageplaats te bevestigen
(afhankelijk van het type ondergrond), markeer dan de exacte positie van de
drie boorgaten door de beugel heen.
De beugel moet zo worden gericht dat de bevestiging voor de zonnecel (A)
naar boven wijst.
Let er tijdens het boren van de montagegaten resp. het vastschroeven op dat
er geen aanwezige kabels of leidingen worden beschadigd.
Steek, indien nodig, de 3 pluggen in de boorgaten.
Bevestig eerst de beugel op de zonnecel (A) voordat u de muurbeugel monteert.
Richt de muurbeugel zodanig dat de uitgang van de aansluitkabel naar de drie
17