Inhoudsopgave
Advertenties
Spanningsregelaar en
2.7.2
calibratiespecificaties
Het controlesysteem 550 heeft een spanningregelfunctie
die intern is in de processor. Dit betekent dat een
externe spanningsregelaar niet noodzakelijk is. De
spanningsregelaar van het controlesysteem gebruikt
effectieve gemiddelde waarde sensoren (rms) voor een
snelle
reactie
op
geregelde spanning, resulterend in een uitstekende
regelingsnauwkeurigheid (±0.25% rms in vergelijking
met 5% van AVR).
Spanningsregulatie met RMS is beschikbaar voor zowel
het
parallelleren
veranderingen in de reactieve ladingen te controleren
die veroorzaakt worden door ladingsveranderingen, de
variatie in de snelheid van de primaire krachtbron,
thermische afwijking en andere variaties. Zie Figuur 2-13
voor gegevens over de spanningsregulatie in het 550
controlesysteem. Raadpleeg Bijlage C om aanpassingen
te maken voor specifieke toepassingen.
2.7.3
Aanpassingen aan de
spanningsregelaar
De
beschrijvingen
eigenschappen
van
hieronder. Zie Bijlage C, Definities en aanpassingen van
de spanningsregelaar, voor extra informatie.
De
aanpassing
spanningsaanpassing staat de gebruiker toe om het
gewenste productieniveau van de generatorset in te
voeren. Deze gereguleerde niveauinstelling is het
gemiddelde van drie lijn-naar-lijn voltages in drie-fase-
configuraties of L1-aan-L2 in enkele- fase-configuraties.
Submenus tonen de individuele lijn-naar-lijn voltages.
Deze voltages zijn alleen voor verwijzing en zijn relevant
in
uit
evenwicht
instelpunt
voor
veranderd om een belangrijke fase in een uit evenwicht
gebracht
systeem
Instelpunt frequentie bij ontlading door te lage
frequentie.
Deze
spanningafzakking (volts per Hertz) wanneer lading
wordt toegepast en er een te lage frequentie is. Het
instelpunt van ontlading door te lage frequentie bepaalt
waar de te lage frequentie begint. Een willekeurige
frequentie
onder
afzakking van de spanning zodat de lading vermindert
en zodien de motorsnelheid de gelegenheid geeft zich te
herstellen volgens de hellingsinstelling van ontlading
door te lage frequentie.
Het herstel van de motorsnelheid hangt af van
kenmerken
zoals
brandstoftype, ladingstypes en werkvoorwaarden. De
ontladingsinstelling door te lage frequentie zou overeen
moeten komen met de herstelkenmerken van de
motorsnelheid.
56
Hoofdstuk 2 Exploitatie
aangegeven
veranderingen
als
de
nutstoepassing
van
de
aanpassingen
de
spanningsregelaar
van
de
spanning.
gebrachte
ladingssituaties.
spanningsaanpassing
kan
aan
te
aanpassing
beïnvloedt
het
instelpunt
veroorzaakt
de
makelij
van
Ontladingshelling van de te lage frequentie. Deze
instelling bepaalt hoeveel de spanning afzakt tijdens het
voorkomen van een te lage frequentie. Over het
algemeen veroorzaakt het toepassen van een hoge
elektrolading
frequentie. De spanningsregelaar vermindert spanning,
dat het herstel van de motorsnelheid mogelijk maakt. De
volt-per-Hertz instelling bepaalt de grootte van de
en
spanningdaling.
Reactieve
afzakkingscompensatie
stroomaanpassing
generatorset-naar-generatorset
om
reactieve afzakking vermindert stimulatieniveaus met
stijgende
stimulatieniveau vermindert de reactieve stroom van de
generatorset of gegenereerde VARs, waardoor het delen
van de reactieve lading verbetert.
Voer de rendementinstelling in als het percentage van
de systeemspanning wanneer deze volledig geladen is,
vermenigvuldigd met een machtsfactor van 0,8. Elke
willekeurige lading die minder dan de volledige lading is,
dwingt de spanning om af te zakken in de verhouding
en
van reactieve volt-ampèren (VARs) tot
volgen
VARs.
VAR controle. De VAR controle wordt in verschillende
parallelle nuttoepassingen gebruikt. De stimulatie is
De
geregeld om de reactieve lading te handhaven in plaats
van de uitvoerspanning. De VAR aanpassingsinstelling
bepaalt welke reactieve lading wordt gehandhaafd bij de
uitvoer van de generatorset. De VAR aanpassing is de
totale
reactieve
De VAR controle staat de gebruiker toe om de richting
van de reactieve stroom vanuit de generatorset (het
produceren) of naar de generatorset (het absorberen) te
Het
bepalen.
worden
De nutslevering, en niet het controlesysteem, bepaalt de
eindspanning. Het van brandstof voorzien van de motor
passen.
bepaalt de reёle macht, die in watts wordt gemeten,
gebruiken makend van de ladingsdeling controlemodule.
de
De controle van de aanpassing van de machtsfaktor
(PF). De controle van de machtsfactor wordt gebruikt in
sommige parallelle nutstoepassingen. De stimulatie is
geregeld om de PF te handhaven in plaats van de
uitvoerspanning. De PF-aanpassing bepaalt welke PF
een
gehandhaafd wordt bij de uitvoer van de generatorset.
De PF-aanpassing is het gemiddelde van drie fasen.
De machtsfactor is gedefinieerd als de verhouding van
de reёle macht (watts) tot de volt-ampères. De
machtsfactor kan berekend worden als de cosinus van
de elektrische hoek tussen stroom en spanning.
de
motor,
cosinusfunctie is positief voor hoeken tussen -90 en +90
graden met inbegrip van nul; en is negatief voor hoeken
tussen -90 en +90 graden met inbegrip van 180 graden.
Deze aanpassing vereist dat de gebruiker zelf bepaalt of
de stroom voor- of achterloopt op de spanning.
een
verval
van
motorsnelheid
afzakking.
De
geeft
in
de
generatorset
toepassingen.
reactieve
stroom.
lading
(som
van
TP-6441-NL 11/06
en
reactieve
reactieve
tijdens
De
Een
verminderd
vastgestelde
drie
fasen).
De
Advertenties
Inhoudsopgave
