Gebruiksaanwijzing
Voorzichtig!
Bij
toepassing
waarde 3 of 4 staan aangezien de werking van de pneumatische sluitkantbeveiliging anders niet goed kan wor-
den gecontroleerd. In de staat waarin ze worden afgeleverd, kunnen veiligheidsvoorzieningen overbrugd zijn.
Controleer voorafgaand aan de ingebruikstelling of er geen niet toegelaten overbruggingen aanwezig zijn. Para-
meter P.460 mag niet op de waarde 0 staan omdat de sluitkantbeveiliging hiermede buiten werking is gesteld.
Wordt de sluitkantbeveiliging tijdens het omlaag bewegen geactiveerd (E.360) dan wordt de poort onmiddellijk door de TST
FUS besturing gestopt. Na het verstrijken van een interne tijd van 0,2 sec. (P.420: 3 - 200 [10 ms] = 30 - 2000 ms) stuurt
de TST FUS de poort weer naar de bovenste eindpositie.
Voorzichtig
Neem absoluut de norm EN 12445 in acht: Gebruiksveiligheid bekrachtigde poorten - Testprocedure.
De sluitkracht moet op zijn laatst na 750 ms tot een kracht van minder dan 150 N zijn afgebouwd.
Opmerking
Voor de aansluiting van extra externe besturingen moet u eerst de looprichting van de poort controleren,
de eindposities, de poortsnelheid en het aanloop- en afremtraject instellen.
NOODSTOP-drukknop / Veerbreukbeveiliging
Op klem 60 kunnen in serie op ader 5 van de aandrijving de boven genoemde schakelaars worden aangesloten. Bij active-
ring van een schakelaar wordt de poort gestopt. Voor de duur van de activering blijft iedere verdere poortbeweging geblok-
keerd.
Slappekabelbeveiliging / Looppoortbeveiliging schakelaar
Op de klemmen 70 en 71 kunnen bovengenoemde schakelaars evt. in serie worden aangesloten. Bij de installatie moet de
draadbrug tussen de klemmen 70 en 71 worden verwijderd. Deze ingang is via een intern tijdselement vertraagd. Wordt een
van de schakelaars na deze tijdsvertraging geactiveerd dan wordt de poort gestopt. Voor de duur van de activering blijft iedere
verdere poortbeweging geblokkeerd.
Fotocel
Op de klemmen 47, 48 en 49 kan een fotocel (24 V DC) worden aangesloten. Bij de installatie moet de draadbrug tussen de
klemmen 47 en 48 worden verwijderd.
Deze stuuringang omvat twee functies:
•
Wordt de fotocel tijdens de OMLAAG-beweging geactiveerd (E.105) dan wordt de poort onmiddellijk tot stilstand gebracht.
Vervolgens stuurt de TST FUS de poort weer naar de bovenste eindpositie.
•
Werd bij geopende of opengaande poort de lichstraal onderbroken en vervolgens weer vrijgegeven dan loopt na het be-
reiken van de bovenste eindpositie de openhoudtijd 2 van 3 sec. (P.015: 0 - 200 s) af.
Bij montage van de fotocel in de geleiderails moet erop worden gelet dat een vooreindschakelaar voor het uitschakelen van
de functie van de fotocel moet worden ingesteld.
Om de actieve positiewaarde te kunnen afl ezen stelt u de volgende parameters in:
P.910: 9 = act. positie in incrementen
Laat de poort vanuit de onderste eindpositie naar de gewenste inbouwhoogte van de fotocel lopen.
Controleer de positiewaarde op deze locatie.
De inbouwhoogte mag niet hoger zijn dan de positiewaarde 900.
Monteer nu de fotocel.
Vervolgens laat u de onderlijst van de poort 20 mm tot max. 50 mm voorbij de fotocel lopen en leest u de actuele positiewaarde af.
Stel nu de parameter P.441 (0-999) op de act. positiewaarde in.
Controleer de functie van de fotocel en stel parameter P.910 weer terug op 0.
P.910: 0 = indicatie besturingsvolgorde
Externe enkelvoudige druktoets
Een enkelvoudige druktoets kan op de klemmen 44 en 45 worden aangesloten. De druktoetscommando's worden na el-
kaar omgezet in de commando's OMHOOG (tot de bovenste eindpositie) / OMLAAG / STOP - omhoog.
Is er een storing dan worden de druktoetscommando's genegeerd.
Externe drievoudige druktoets
Een externe 3-voudige druktoets kan op de klemmen 40, 41, 42 en 43 worden aangesloten.
Voorzichtig
Bij toepassing van meerdere 3-voudige druktoetsen moeten de stoptoetsen in serie worden geschakeld.
(zie het algemene aansluitschema).
De functie ervan is identiek aan die van het folietoetsenbord op de voorkant van de besturing, met uitzondering van de het
volgende:
•
Bevestigen en resetten van fouten
•
Schakelen naar de parameterinstellingsmodus
Voor het aansluiten van een externe 3-voudige druktoets moet de draadbrug tussen de klemmen 40 en 42 worden verwijderd.
22
van
een
pneumatische
sluitkantbeveiliging
moet
parameter
P.460
beslist
op
de