Automatisch sluiten
Op de klemmen 54 en 55 kan een schakelaar voor het deactiveren van de functie "Automatisch sluiten" worden aange-
sloten.
Is automatisch sluiten ingeschakeld (schakelaar geopend) dan wordt de poort zelfstandig gesloten door de besturing in de
bovenste eindpositie na het afl open van openhoudtijd 1 van 10 s (P.010: 0 - 200 s) en in de deelopeningspositie na afl oop van
openhoudtijd 3 van 10 s (P.011: 0 - 200 s). Werd de fotocel onderbroken dan wordt de poort na afl oop van openhoudtijd 2
van 3 sec. (P.015: 0 - 200 s).
bij P.010: 0, P.011: 0 en P.015: 0 is automatisch sluiten in het algemeen gedeactiveerd.
Is de voorwaarschuwingstijd voor omlaag bewegen (P.025 : 0 - 20 sec) groter dan 2 seconden en waarschuwingslicht
(P.700: 1) is ingesteld dan wordt voor het begin van het automatische sluiten, door aansturing van relais K1, een waarschu-
wing gegeven.
Gedeeltelijke opening
Op de klemmen 56 en 57 kan een schakelaar voor de activering van de functie "Gedeeltelijk openen" (ook 1/2 poorthoogte
genoemd) worden aangesloten. Is "Gedeeltelijk openen" ingeschakeld dan dient de geprogrammeerde deelopeningspositie
als bovenste eindpositie.
Instellen van de deelopeningspositie
Om de actieve positiewaarde te kunnen afl ezen stelt u de volgende parameters in:
P.910: 9 = act. positie in incrementen
Laat de poort naar de gewenste bovenste eindpositie lopen.
Stel nu de parameter P.240 op de act. positiewaarde in.
Controleer de ingestelde deelopeningspositie en stel de parameter P.910 weer terug op 0.
P.910: 0 = indicatie besturingsvolgorde
Stoppen in OMHOOG-richting
Op de klemmen 58 en 59 kan een schakelaar voor het stoppen in de OMHOOG-richting worden aangesloten. Bij de installatie
moet de draadbrug tussen de klemmen 58 en 59 worden verwijderd.
Wordt de schakelaar tijdens het OMHOOG bewegen geactiveerd dan wordt de poort gestopt. De OMHOOG beweging blijft
geblokkeerd. De schakelaar moet door indrukken van de toets OMLAAG handmatig (tipbedrijf ) weer vrij worden gemaakt.
Zodra de schakelaar is vrijgemaakt stopt de poort en schakelt de besturing weer over naar zelfvergrendeling.
Aansluiting en functie van de schakeluitgangen
Schakeluitgangen
De TST FUS poortbesturing beschikt over 3 potentiaalvrije relaisschakeluitgangen (wisselcontacten, zie aansluitschema)
met een schakelvermogen van ieder 230 V AC / 3 A.
Schakelfunctie van de signaaluitgangen
Poortstatus + waarschuwingslicht knipperend
Relais 1 schakelt bij het verlaten van één van de eindposities in met een knipperfrequen-
tie van 1 Hz. Is de voorwaarschuwingstijd voor omlaag bewegen (P.025 : 0 - 20 s) of de
voorwaarschuwingstijd voor omhoog bewegen (P.020: 0 - 1000 [10 ms]) groter dan 0
sec ingesteld, dan schakelt het relais K1 reeds bij aanvang van de voorwaarschuwingstijd
knipperend in.
Relais K2 schakelt in de bovenste poortpositie in.
Relais K3 schakelt in de onderste poortpositie in.
Bei een beweging van de poort zijn relais K2 en K3 uitgeschakeld.
Poortstatus + tuinverlichting met vertraging
Relais K1 schakelt bij het begin van iedere poortbeweging permanent in en 120 s
(P.713: 0 - 999 =10 - 1009 s) na beëindiging van iedere poortbeweging vertraagd uit.
Relais K2 schakelt in de bovenste poorteindpositie in.
Relais K3 schakelt in de onderste poorteindpositie in.
Bei een beweging van de poort zijn relais K2 en K3 uitgeschakeld.
NL
P.700
1
2
23