Remote Port (Het locale poortnummer in de Director communicatieclient).
Standaard: "0"
•
Dit is gewoonlijk 24822 maar het is dezelfde waarde als dewelke ingevoerd in de
Director/Communications client
Firewall
st
th
Firewalls 1
to 5
(5 mogelijke Firewall instellingen die de inkomende data vanuit de Director
beperken tot een particulier IP-adres of een bereik van IP-adressen)
Standaard: "Not Used" (bij selectie van "Firewall" in bovenstaande modus, worden de Firewall
selectievakken actief)
•
Not Used (Firewall niet actief)
•
Single IP Voer het IP-adres in van een bepaalde Director Communicatieclient waar de communicatie
naartoe moet beperkt.
•
IP Range Voer het bereik van IP-adressen in waarnaar u de communicatie wenst te beperken door
in het eerste adresvak het IP-adres in te voeren waarmee het bereik begint en het eindadres in het
tweede adresvak.
Setup
Timeout
(IP- communicatie time-out)
(ms)
Standaard: "200"
•
Als standaard behouden. Niet wijzigen.
Intergap
(IP-communicatie time-out antwoord)
(ms)
Standaard: "2"
•
Als standaard behouden. Niet wijzigen.
Voor alle wijzigingen, druk op de sjabloon Send To op de bovenste werkbalk in het
configuratiescherm om de nieuwe informatie te downloaden naar de IP-module. Druk
vervolgens op de knop "Disconnect" na een Send To met succes.
Als de IP kaart wordt geprogrammeerd op een tijdelijke locatie, kan u nu de stroom ervan uitschakelen en ze
de IP kaart afleveren voor de uiteindelijke installatie.
12
MONITOR ISM™/AFx™ IP-connectiviteit Handleiding
(zie sectie 2.4.1, Poortconfiguratie)
.
22-9058Dv2.1