4.3.2 Gebruik van extern IP-adres
en externe poortsinstellingen
Om
een oproep te starten vanaf een
hoofdpaneel
LCD-toetsenbord
Director PC zoals beschreven in sectie 2.1.1 ,
moet de IP interface module weten waarheen
op te roepen.
Start het IP-module configuratieprogramma en
maak een verbinding met de IP-module.
Start en meldt u aan bij de Director-software
op dezelfde PC die u verbindt met de IP-
module.
Verkrijg het statische (vaste) externe IP-adres
van de PC waaronder de Director werkt.
Snelle methode:
U kan 'Subnet Mask' en 'Default Gateway'
bekijken ( en IP-adres van de PC) op een PC
op
hetzelfde
LAN-segment
interfacekaart,
door
prompt te openen en " ipconfig " in te voeren.
Om er zeker van te zijn dat het PC IP-adres
statisch (vast) is:
Ga naar Start / Settings / Control Paneel /
Network en Dial-up Connections / Local Area
Connection / Properties / Internet Protocol
(TCP/IP). In het venster "General", moet "Use
the following IP-address" actief zijn en het IP-
adres van de PC aanduiden. Dit is het externe
IP-adres. Noteer het. OPMERKING: Indien
daarentegen
"Obtain
automatically" is ingeschakeld en het IP-adres
is leeg, dan heeft de PC geen statisch IP-
adres.
Iedere keer de PC op het netwerk
aansluit wordt een dynamisch adres gebruikt.
Dit is niet aangeraden voor extern inbellen
omdat de PC iedere keer het netwerk verlaat
en terugkeert. De PC krijgt een willekeurig IP-
adres toegewezen zodat dit altijd wordt
gewijzigd en blijft het niet constant voor de IP
interface module om ervan af te hangen om te
bellen.
Verkrijg het externe IP-poort # van het
Director
communicatieprogramma
(poortconfiguratie) zoals beschreven in sectie
2.4.1 .
In
het
Director
programma,
Account Folders / selecteer gewenste Account
/ Configuration / Panel Group / Panel / System
/ Communication / Director Configuration
(Telco) / Phone number: en voer " 000 " in (dit
informeert Director dat het geen extern
modem is dat belt). In het nabije vak
Connection type: selecteer "Incoming and
Outgoing IP Calls". Opslaan.
36
MONITOR ISM™/AFx™ IP-connectiviteit Handleiding
naar
een
als
de
IP
een
DOS/command
an
IP-address
ga
naar
Multiple IP-apparaten op een PC:
apparaat
moet
aangegeven
"Communicatiepool"
voor
geassocieerd
met
paneelverbinding. Zie sectie: 2.4.3 .
Druk op het tabblad ISM in het IP-module
configuratieprogramma. Onder Setup, voer
het statische IP-adres van de Director PC in in
het vak Remote IP. Voer het externe Poort #
in van het scherm poortconfiguratie van de
Director in het vak Remote Port. Download
deze nieuwe instellingen naar de IP interface
module.
Als nu een oproep wordt begonnen vanuit een
hoofdpaneel, zal het paneel bij vier keer
indrukken van de X toets, gevolgd door de
service-ID en service gebruikerscode, de
Director PC oproepen met het IP en de
Director zal antwoorden.
Om een paneel automatisch gebeurtenissen /
alarmen te doen uitzenden naar de Director
PC/software (Host-rapportage):
• In Paneel / Configuration / System /
Communications / Host Connection – stel
de Reporting mode in op "256 events" en
Connection
type
Outgoing IP Calls".
Het IP-
in
de
de
"Paneelgroep"
de
specifieke
als
"Incoming
and
22-9058Dv2.1