4
Rijden
– Controleer of de koelwatertoevoer (2) naar
de verdamper warm is.
– Wacht tot de verdamper door het stationair
draaien van de motor op bedrijfstempera-
tuur is gebracht.
– Als de verdamper niet warm wordt, draait u
langzaam de klep van de gascilinder dicht
en laat u de motor draaien tot hij wegens
gasgebrek afslaat.
– U kunt nu nog proberen de verdamper op
een andere manier te ontdooien. Ga hier-
voor te werk zoals beschreven in het vol-
gende hoofdstuk.
Verdamper handmatig ontdooien
GEVAAR
Explosiegevaar tijdens het ontdooien
van de gasinstallatie! Gas kan ontbran-
den en exploderen wanneer het wordt
blootgesteld aan grote hitte, open vuur,
gloeiende voorwerpen en vonkvorming.
Ontdooi bevroren delen van het systeem
nooit met open vuur of gloeiende voor-
werpen! Volg de onderstaande instruc-
ties nauwgezet op.
GEVAAR
Explosiegevaar! Ontsnappend gas kan ontbranden
wanneer het in contact komt met de verwarmings-
spiraal van apparaten zoals een heteluchtpistool.
Tijdens het ontdooien mag de temperatuur van de
toegevoerde warmte niet hoger zijn dan 50 °C.
Voer de warme lucht niet direct uit een verwarmings-
apparaat toe. De warme lucht mag echter wel via
een warmeluchtslang worden toegevoerd.
De volgende middelen zijn geschikt om bevro-
ren delen van het systeem te ontdooien:
Warme lucht
●
Warm water
●
Warme zandzakken
●
– Nadat de delen van het systeem zijn ont-
dooit, ontdooit u met de bovenstaande mid-
delen ook de verdamper.
– Schakel het contact in en start de motor.
– Als de motor weer afslaat, probeer dan
niet opnieuw de machine te starten; neem
194
57378011505 NL - 12/2023 - 09
1
2
Bediening