VOORZICHTIG
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of
andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Onderhoudsschema
Procedures
voorafgaande aan
onderhoud
Veiligheidmaatregelen voor
onderhoudswerkzaamheden
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen van de machine in
goede staat verkeren en alle bevestigingselementen
stevig vastzitten, in het bijzonder de bevestigingen van
maaimessen. Vervang versleten of beschadigde stickers.
•
Laat personeel dat niet bekend is met de instructies, nooit
onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren.
•
Doe het volgende voordat u de machine gaat afstellen,
schoonmaken of repareren:
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aandrijvingen uit.
3. Breng de maaidekken omlaag.
4. Zet het tractiepedaal in de stand
5. Stel de parkeerrem in werking.
6. Zet de gashendel op
.
NEUTRAAL
.
LAAG STATIONAIR
Figuur 42
7. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
8. Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
•
Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt achterlaat,
moet u de maaidekken neerlaten, tenzij u een betrouwbare
mechanische vergrendeling gebruikt.
•
Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden
uit aan de machine als de motor draait. Als u de motor
moet laten draaien terwijl u onderhoudswerkzaamheden
aan de machine uitvoert, dient u uw handen, voeten en
andere lichaamsdelen, alsook uw kleding uit de buurt te
houden van bewegende onderdelen, het uitwerpgebied
van de maaier, en de onderkant van de maaidekken.
•
Raak geen onderdelen van de machine of werktuigen aan
die tijdens het gebruik heet kunnen zijn geworden. Laat
deze onderdelen eerst afkoelen voordat u ze afstelt of er
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden op uitvoert.
•
Plaats de machine en/of onderdelen ervan op kriksteunen
indien dit nodig is.
•
Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen
energie.
41