1
2
Rechtsom draaien
1.
Linksom draaien
2.
Naar voren verplaatsen
3.
Naar achteren verplaatsen
4.
Afbeelding 41: Bedieningsknoppen voor verplaatsing
Bij naar voren en naar achteren verplaatsen wordt aangenomen dat de
operator met zijn gezicht naar de röntgenbuiskop gericht is terwijl de
verticale kolom 180° is gedraaid, bijvoorbeeld om de röntgenbuis boven
het bed van de patiënt te positioneren.
De verplaatsing gebeurt met lagere snelheid.
Na 10 seconden wordt de verplaatsing onderbroken. U kunt de
verplaatsing hervatten door de bedieningsknop voor verplaatsing los te
laten en dan opnieuw in te drukken.
5. Houd de remknop ingedrukt terwijl u de handgrepen gebruikt om de
röntgenstraal op de DR-detector te richten.
1
2
2
3
Rotatie langs dwarsas.
1.
Rotatie langs horizontale as.
2.
Rotatie van de collimator.
3.
6. Schakel de lichtlocalisator op de collimator in. Pas zo nodig de collimatie
aan.
Afbeelding 42: Collimatorlampje
Afhankelijk van de configuratie gaat het collimatorlampje steeds
automatisch aan wanneer de remknop wordt ingedrukt.
7. Als voor het onderzoek een filter wordt gebruikt, controleer dan of het
juiste filter is toegepast.
3
3
4
4
DR 100s | Basiswerkschema | 91
0411D NL 20220627 1040