Inhoudsopgave
Advertenties
De belichtingsinstellingen controleren
1. Controleer of de schakelaar voor DR-detectors de naam weergeeft van de
DR-detector die wordt gebruikt.
a) Als de verkeerde DR-detector wordt weergegeven, selecteert u de juiste
DR-detector door op de pijl-omlaag te klikken.
2. Op een DR-detector met een statusindicator controleert u of de status van
de DR-detector klaar voor belichting is. Als de statusindicator niet klaar
voor belichting aangeeft, kan de DR-detector niet worden gebruikt om een
belichting te maken.
3. Controleer of de belichtingsinstellingen geschikt zijn voor de belichting.
De belichtingsinstellingen worden weergegeven op de softwareconsole en
het buiskopdisplay.
a) Als er andere belichtingswaarden nodig zijn dan de waarden die in het
NX-onderzoek zijn gedefinieerd, gebruikt u de console om de
standaard gedefinieerde belichtingsinstellingen te overschrijven.
4. Controleer of de status van de röntgenmodaliteit klaar voor belichting is.
Dit geeft aan dat de draadloze DR-detector en de röntgengenerator gereed
zijn voor het uitvoeren van een belichting.
Bijbehorende links
LED-waarschuwingslicht
Schakelaar voor DR-detectors
WAARSCHUWING:
Controleer of de LED-waarschuwingsindicator groen is.
op bladzijde 40
op bladzijde 33
DR 100s | Basiswerkschema | 93
0411D NL 20220627 1040
Advertenties
Inhoudsopgave
