Controleer of de röntgenbuiskop goed is vergrendeld door te proberen
deze omhoog te duwen zonder de remknoppen aan te raken.
2. Vergrendel het apparaat.
• U vergrendelt het apparaat met de RFID-lezer door op de aan/uit-knop
te drukken tot het groene statuslampje gaat knipperen.
Er mag geen RFID-sleutel op de RFID-lezer liggen.
Aan/uit-knop
1.
Statuslampje
2.
RFID-lezer
3.
• U vergrendelt het apparaat met het aan/uit-toetsenblok door de aan/
uit-knop ingedrukt te houden tot het groene statuslampje uitgaat.
1
Numeriek toetsenblok
1.
Aan/uit-knop
2.
Statuslampje van stroomvoorziening
3.
Statuslampje van toetsenblok
4.
Enter-knop
5.
Het duurt nog twee minuten voordat het apparaat uitgeschakeld is. Het
NX-werkstation en de röntgengenerator schakelen uit.
3. Sluit het netsnoer van het apparaat aan op een stopcontact.
4. Schakel de DR-detector uit:
a) zet de DR-detector uit,
b) verwijder de batterij.
5. Plaats de DR-detector in het opbergvak.
Het opbergvak heeft vergrendelingen om de DR-detector vast te zetten.
1
2
3
2
3
4
5
DR 100s | Basiswerkschema | 99
0411D NL 20220627 1040