Bedieningsinstructies Fcontrol Basic – Modelserie F-DM2.5..16M
4.4
Kabelinvoer
Ga als volgt te werk:
Deksel van aansluitruimte afnemen.
"
De kabelinvoeren overeenkomstig de kabeldiameter afknippen of alternatief de kabelinvoer voor
"
schroefverbindingen gebruiken.
"
Kabel vakkundig strippen en invoeren.
Voor de inbedrijfstelling het deksel van de aansluitruimte weer zorgvuldig aanbrengen.
"
Behuizing met aluminium grondplaat
1 Kabelinvoer met getrapte aansluitstomp (in fabriek gemonteerd)
1A 3 x max. 18 mm
1B 3 x max. 14 mm
1C 3 x max. 11 mm
1D 4 / 8 x max. 8 mm
2 meegeleverde kabelinvoer voor schroefverbindingen
2A 17 / 21 mm
2B 12,5 / 17 mm
3 Bevestigingsschroeven
Informatie
•
Alternatief kunnen kabelschroefverbindingen worden gebruikt (niet meegeleverd). De gegevens
van de fabrikant m.b.t. het aanhaalmoment en afdichtingsbereik moeten absoluut in acht worden
genomen!
•
Invoeren die niet worden gebruikt moeten absoluut worden gesloten!
4.5
Buitenmontage
Een buitenmontage tot -20 °C is mogelijk wanneer het toestel niet stroomloos geschakeld wordt.
Aanbrenging indien mogelijk tegen weersinvloeden beschermd, d.w.z. ook directe zonbestraling
uitsluiten!
4.6
Montageplaats bij landbouw
Monteer het apparaat bij gebruik binnen de veehouderij indien mogelijk niet in de stal zelf, maar in een
voorruimte waarin minder schadelijke stoffen aanwezig zijn. Hierdoor kunnen beschadigingen door
schadelijke gassen (bijv. ammoniakdampen, zwavelwaterstofdampen) worden voorkomen.
4.7
Temperatuurinvloeden bij de inbedrijfstelling
Voorkom condenserend vocht en hieruit resulterende functiestoringen door het toestel bij
ruimtetemperatuur te bewaren.
L-BAL-E170-NL 1704 Index 004
Art.-nr.
11/26
Montage